In de voorgaande nummers van TP in mei, oktober en november beschreef ik hoe je lokale gebitsslijtage kunt behandelen volgens het gedachtegoed van Dahl. Daarbij gaf ik aan dat het principe hiervan niet beperkt blijft tot zes bovenfrontelementen. Het is waar dat we vaak verlies van hard tandweefsel als gevolg van erosie door het inwerken van zuren zeer lokaal palatinaal(-incisaal) van een bovenfront kunnen aantreffen. En het gave onderfront is daar dan compensatoir tegen uitgegroeid, zodat we geen ruimte voorhanden hebben voor restauratief herstel. Maar als erosie gepaard is gegaan met attritieslijtage door nachtelijk tandenknarsen, kan het onderfront eveneens storend afgesleten zijn. En als dat gesleten onderfront ook compensatoir uitgroeide tegen het uitgesleten bovenfront aan, hebben we geen ruimte intermaxillair terwijl we niet aan één zijde maar aan twee zijden restauratiemateriaal willen kunnen aanbrengen.
Daarvan nu eens een voorbeeld.