Na de zomervakantie ging ik met mijn zoontje Floris naar de huisarts. Hij hoestte al een tijdje en ’s avonds had hij vaak koorts. Hij wilde ook niet eten en klaagde over zijn buik. Kortom, hij zat gewoon helemaal niet lekker in zijn vel. De huisarts vroeg van alles, maar daar kwamen we niet veel verder mee. We waren niet in het buitenland geweest of bij dierentuinen, en we hebben ook geen huisdieren. Floris is meestal ook gewoon goed gezond. Wat kinderziektes, verder heeft hij eigenlijk nooit iets gehad. De huisarts luisterde naar zijn longen en hoorde daarbij kennelijk iets wat niet klopte. Hij schreef daarom een antibioticumkuur voor. Dat leek me wel een goed idee, want Floris voelde zich al zo lang niet lekker. Bij de apotheek kregen we een klein flesje1 mee, dat al na vier dagen op was. Mijn man vertrouwde het niet, dus die belde de huisarts dat hij vond dat de kuur wel wat erg kort was geweest en dat Floris weliswaar geen koorts meer had gehad, maar verder nog niet was opgeknapt. Die antibioticumkuur werd toen verlengd.