De prevalentie van burnout bij huisartsen lijkt toe te nemen, en ook het aantal vrouwelijke huisartsen neemt toe. Mogelijk spelen sekse en gender een rol bij burnout. Gender verwijst niet per se naar biologische sekse, maar naar mannelijkheid (masculiniteit) en vrouwelijkheid (feminiteit) als aspecten van zelfbeleving en sociale constructie. Het doel van dit onderzoek is te onderzoeken of er sekse en genderverschillen zijn in de prevalentie en determinanten van burnout bij huisartsen. De onderzoeksvraag is ‘In hoeverre is gender (masculiniteit/feminiteit) gerelateerd aan burnout bij huisartsen, gecorrigeerd voor sekse en andere determinanten van burnout?’ Dit cross-sectionele onderzoek vond plaats onder 349 huisartsen. De deelnemers vulden een vragenlijst in over werkomstandigheden, werk-thuis interferentie, copingstijlen, sociale steun en burnout. Data werden geanalyseerd door middel van t-toetsen en multivariate regressieanalyses. Uit de resultaten blijkt dat mannelijke huisartsen gemiddeld masculiener zijn dan vrouwelijke, maar even feminien. Artsen die hoger scoren op masculiniteit zijn gemiddeld minder emotioneel uitgeput dan meer feminiene huisartsen. Gender is gerelateerd aan werkkenmerken, copingstijlen, sociale steun, werk-thuis interferentie en thuis-werk interferentie. Enkele van deze variabelen zijn weer gerelateerd aan burnout. Geconcludeerd kan worden dat er een relatie is tussen gender en burnout, maar dat deze relatie wordt gemedieerd door werkdruk, sociale steun van partner en een depressief reactiepatroon.