Groepsvorming heeft in dit hoofdstuk een speciale betekenis. Het gaat over hoe de begeleider voorwaarden kan creëren, zodat zelfs de meest tegengestelde figuren elkaar kunnen accepteren als de groep straks bijeenkomt. Onze tijd kenmerkt zich door een onmiskenbaar geboorteoverschot van groepen. Tijdens vergaderingen worden bijvoorbeeld heel makkelijk commissies of werkgroepen ingesteld, zonder dat de consequenties worden overwogen. Een eerste vraag is dan ook: is het belang van de betreffende problematiek zodanig, dat het verantwoord is om hiervoor een groep te creëren? In dit hoofdstuk komen de diverse fasen aan bod die tot een antwoord op deze vraag leiden. Achtereenvolgens wordt stilgestaan bij hoe men van een behoefte tot de formulering van het probleem komt, hoe een beleidsplan tot stand komt, wat de belangrijkste aspecten van zo’n beleidsplan zijn, hoe de rol van de groepsbegeleider als beleidsadviseur er kan uitzien en hoe hij deze rol het beste kan vormgeven. Daarbij komen diverse notities over het adviesgesprek aan bod.