Aangeboren hartafwijkingen komen in de huisartsenpraktijk spaarzaam voor, kinderen met een geruis des te meer. Kennis hebben van de kenmerken van een onschuldig en een organisch geruis is dus essentieel. Daarbij komt nog dat kinderen met de meest bedreigende hartafwijkingen vaak geen geruis hebben en vooral door een goede anamnese en lichamelijk onderzoek (inspectie!) worden gediagnosticeerd. Bij ritmestoornissen wordt niet zo snel aan kinderen gedacht, maar ook kinderen hebben ritmestoornissen, alleen andere dan volwassenen en ook de consequenties en behandeling zijn anders. Tot slot wordt syncope vaak gezien bij kinderen en jongvolwassenen, vaak onschuldig, maar soms levensbedreigend als het ontstaat door erfelijke ritmestoornissen. Met een zorgvuldige anamnese kunnen deze risicopatiënten gevonden worden. Het is een uitdaging voor huisarts en consultatiebureauarts om met een gerichte anamnese en volledig lichamelijk onderzoek de patiëntjes, bij wie (soms snel) verder onderzoek en behandeling nodig zijn, op te sporen. De inhoud van dit hoofdstuk biedt hiervoor de handvatten.