H. Koopman, L.J. Boomsma. Het metabool syndroom: Een uitdaging voor de praktijkondersteuner? Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2007;2:150-3.
Wat is de meerwaarde van de onderkenning van het metabool syndroom en wordt de diagnose en behandeling van de betreffende risicofactoren niet al volledig gedekt door de NHG-Standaarden Cardiovasculair risicomanagement en Diabetes mellitus type 2?
Sinds de invoering van het begrip metabool syndroom in 1988 door Raeven worden verschillende definities en afkappunten gebruikt waardoor epidemiologisch onderzoek sterk wordt bemoeilijkt. Het aanvankelijke idee van een onderling versterkend effect van de afzonderlijke risicofactoren binnen het metabool syndroom is nooit bewezen. De behandeling van het metabool syndroom als combinatie van risicofactoren is niet anders dan beschreven in de NHG-Standaarden Cardiovasculair risicomanagement en Diabetes mellitus type 2.
Insulineresistentie is meestal aantoonbaar bij het metabool syndroom, maar niet obligaat.
Er zijn risicogroepen met insulineresistentie en een daardoor vergrote kans op hart- en vaatziekten en Diabetes mellitus type 2 op latere leeftijd. Het gaat om personen met overgewicht en vooral een toegenomen middelomtrek, bepaalde groepen allochtonen, vrouwen met zwangerschapscomplicaties, en kinderen met een laag geboortegewicht die inhaalgroei doormaken. Ondanks mogelijk normale bloedglucosewaarden verdient het overweging om bij deze risicogroepen het complete risicoprofiel in kaart te brengen, zo nodig een behandeling in te zetten en in elk geval aan te dringen op gewichtsbeheersing via dieet en lichaamsbeweging.