Dit hoofdstuk gaat over het non-verbale in supervisie. Het sluit aan op de twee vorige hoofdstukken waarin de non-verbale communicatie wel aangeduid maar niet uitgewerkt werd. De invloed van non-verbale communicatie op het menselijk functioneren en dus ook op de interactie in supervisie kan moeilijk overschat worden, want zij is erg groot. Tegen die achtergrond is het opvallend dat er in onze westerse cultuur relatief weinig gerichte aandacht voor die non-verbale communicatie is. We worden er niet in opgevoed, maar moeten er ons door middel van aparte specifieke scholing in bekwamen. Met andere woorden: de non-verbale communicatie hoort niet tot het basispakket van onze socialisatie, maar is meer het terrein van degenen die daarin speciaal geïnteresseerd zijn. Dit geldt niet alleen voor de primaire socialisatie. Ook in de mensgerichte beroepen is er geen sprake van een algemene beroepssocialisatie met betrekking tot de non-verbale communicatie. Op grond daarvan is het begrijpelijk dat ook in supervisie de non-verbale communicatie vaak minder aandacht krijgt dan gezien haar invloed op het menselijke functioneren gewenst zou zijn.