In de hedendaagse literatuur is het steeds meer in zwang om de psychische belasting van het psychotherapeutische werk met ernstig getraumatiseerde patiënten in verband te brengen met de veelheid en ernst van de traumata in het verleden van de patiënt, alsof de psychotherapeut met de traumata van de patiënt geïnfecteerd zou raken. Tegen deze voorstelling van zaken wordt in dit artikel bezwaar gemaakt. De psychische belasting die het behandelen van vluchtelingen voor de psychotherapeut met zich meebrengt, moet veeleer worden gezocht in de therapeutische ontmoeting zelf. Belangrijke bronnen van onbehagen voor de therapeut in de ontmoeting met de vluchteling zijn: professionele rolonzekerheid, de confrontatie van ongelijke existentiële posities en diskwalificerend gedrag van de vluchteling. Drie manieren om aansluiting te vinden bij de achtergrond en problematiek van de vluchteling worden nader uitgewerkt.