In supervisie leert de supervisant integratief te functioneren in de uitvoering van zijn werk. Integratief functioneren op het eerste en tweede niveau tezamen genomen vormt de sleutel voor elke vorm van professioneel werken met mensen in directe contactsituaties. Ze vertegenwoordigen centrale zoekschema’s voor elke vorm van methodisch handelen op dit terrein. In het vorige hoofdstuk besprak ik de integratie op het eerste niveau en in dit hoofdstuk besteed ik aandacht aan de integratie op het tweede niveau: het functioneren vanuit de samenhang van persoon, beroep en concrete werksituatie. Was de aandacht in het vorige hoofdstuk op de persoon gericht, nu staat het werk centraal, met het geprofessionaliseerde beroep en de concrete werksituatie waarin het beroep wordt uitgeoefend als voornaamste referentiekaders voor de uitvoerder. Integratief functioneren op het tweede niveau maakt iemand gevoelig voor de wijze waarop zijn persoon, zijn beroep en de concrete werksituatie in zijn gedrag verdisconteerd (moeten) zijn: het gaat immers om de samenhang tussen persoon, beroep en concrete werksituatie.