Patiënten die opgenomen zijn in een ziekenhuis komen daar voor diagnostiek en/of voor een adequate medische behandeling. Recent Nederlands onderzoek heeft aangetoond dat er bij deze patiënten vaak sprake is van onbedoelde en vermijdbare schade, opgelopen tijdens het verblijf in het ziekenhuis
1. In 2004 waren er bij in totaal 1,4 miljoen opnames 30.000 patiënten met vermijdbare schade, waarvan 10.000 een vorm van blijvende schade ondervonden. Bij 1.735 patiënten was daarbij sprake van potentieel vermijdbaar overlijden. Mede op basis van deze cijfers heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samen met onder andere de Orde van Medisch Specialisten, de Nederlandse Federatie van Universitaire Centra (NFU) en de NVZ Vereniging van Ziekenhuizen een plan geschreven, waarbij binnen tien thema's de zorg voor patiënten moet worden verbeterd
2. Een van de thema's van dit plan betreft de implementatie van een Spoed Interventie Systeem (SIS), waarbij verpleegkundigen worden getraind in het herkennen van vitaal bedreigde patiënten en waarbij interventieteams worden geformeerd om deze patiënten snel te kunnen behandelen. Doelstelling van dit systeem is de vroegtijdige herkenning en behandeling van vitaal bedreigde patiënten op de verpleegafdelingen om de sterfte, het aantal reanimaties en het aantal ongeplande intensive care-opnames te doen verminderen
3. De effectiviteit van deze interventie is niet onomstotelijk aangetoond. Twee internationale studies lieten verschillende resultaten zien
4,
5. Ook al staat de effectiviteit niet vast, toch is invoering van een SIS verplicht voor alle Nederlandse ziekenhuizen. Dit bood in 2008 de unieke mogelijkheid om een groot landelijk onderzoek te starten naar de effectiviteit en geassocieerde kosten van een SIS, de COMETstudie
(Cost-effectiveness analysis Of Medical Emergency Teams) . Aan dit onderzoek doen in totaal veertien Nederlandse ziekenhuizen mee, waarbij elk ziekenhuis twee chirurgische en twee internistische afdelingen laat participeren. …