Verzekerden kunnen elk jaar overstappen naar een andere zorgverzekering. Zorgverzekeraars moeten iedereen accepteren voor dezelfde premie per polis. De risicoverevening compenseert zorgverzekeraars vooraf voor voorspelbare, gezondheidgerelateerde kostenverschillen tussen verzekerden. Omdat deze verevening nog niet perfect is, bestaat ruimte voor risicoselectie door verzekerden en verzekeraars. Risicoselectie kan schadelijk zijn voor de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Dit maakt risicoselectie een belangrijk aandachtspunt voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) die goedwerkende zorgmarkten maakt en bewaakt, en toezicht houdt op de publieke belangen. Tegen deze achtergrond staat de volgende vraag in dit artikel centraal: “Hoe kan de NZa risicoselectie op de zorgverzekeringsmarkt aantonen en meten?” Het precies meten en aantonen van (alle vormen van) risicoselectie blijkt niet eenvoudig. Dit artikel doet aanbevelingen voor een statistische en kwalitatieve benadering van dit meetprobleem. Naast empirische meetmethoden wordt een groot aantal (sterke) signalen genoemd die de NZa kan meten en die elk, en zeker in samenhang, duiden op risicoselectie. Dit biedt de NZa gereedschap om invulling te geven aan haar toezicht- en reguleringstaken betreffende risicoselectie. Het verdient aanbeveling na te gaan of de NZa over voldoende handhavingsinstrumenten beschikt om op te treden tegen ongewenste risicoselectie. Zo nodig moet de wetgever het wettelijke instrumentarium van de NZa uitbreiden.