Knottnerus JA. Huisarts en farmacotherapie: noblesse oblige. Huisarts Wet 2007;50(12):518-22.
De Nederlandse huisartsgeneeskunde heeft een gunstige positie en een stevige inhoudelijke basis om haar kerntaken op het gebied van de farmacotherapie te vervullen, en blijkt die goed te gebruiken. Sterke troeven zijn de positie van de huisarts als eerste medische professional in de zorgketen, zijn generalisme en overzicht, continuïteit van zorg, maatwerk gericht op therapietrouw, en het huisartsgeneeskundig kwaliteitssysteem. Dit alles komt ook tot uiting in de goede farmacotherapeutische zorg van de Nederlandse huisarts in Europa, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Maar noblesse oblige: er is altijd ruimte voor verbetering. Vele uitdagingen komen op de huisarts af, zoals nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de farmacotherapie, ICT-innovaties en het aanbod van receptplichtige geneesmiddelen via internet. Daarnaast is het in het belang van de patiënt dat de huisarts zijn onafhankelijke positie behoudt tegenover commerciële belangen.
De Nederlandse huisartsgeneeskunde is uitstekend geëquipeerd om haar farmacotherapie steeds te blijven verbeteren in belang van een optimale en bijdetijdse patiëntenzorg. Het NHG-Standpunt ‘Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg’ biedt hierbij een zeer goed houvast.