In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de op dit moment beschikbare informatie over de prevalentie van hypertensie bij de belangrijkste groepen allochtonen in Nederland: Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Verder wordt aandacht besteed aan implicaties voor opsporing en behandeling van hypertensie.
Over het voorkomen van hypertensie bij allochtonen in Nederland is weinig bekend, maar de wat oudere Turkse en Marokkaanse mannen lijken vaker hypertensie te hebben dan autochtone mannen. Bij Surinamers en Antillianen hebben vooral de vrouwen vaker een verhoogde bloeddruk. Voor allochtone groepen zijn (nog) geen specifieke aanbevelingen voor opsporing en behandeling voorhanden, behoudens die voor negroïde patiënten.
Bij de individuele negroïde patiënt lijkt het bij de start met behandeling niet nodig veel af te wijken van de algemene consensusrichtlijnen. Behandeling met een diureticum lijkt ook bij de zoutgevoelige volumehypertensie van de negroïde patiënt de therapie van keuze te zijn, met calciumantagonisten als alternatief. ace-remmers en bètablokkers zijn minder werkzaam bij negroïde personen, maar blijven het overwegen waard indien men met de andere middelen niet uitkomt. Voor het formuleren van een scherpere doelbloeddruk ontbreken vooralsnog voldoende gegevens.
Momenteel vindt nader onderzoek plaats naar de prevalentie en behandeling van hypertensie bij Surinamers in Amsterdam.