Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top
Gepubliceerd in:

01-04-2000 | Artikelen

Informatieverwerking tijdens narcose

Auteurs: Chantal Kerssens, Benno Bonke

Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 2/2000

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

Illustratief zijn patiënten met hersenletsel bij wie cognitieve functies zoals de visuele waarneming of het geheugen zijn aangetast. Zij rapporteren een stimulus niet te zien of zich die niet te herinneren, maar kunnen stimuluskarakteristieken boven kansniveau onderscheiden (zie ook het artikel van Wim van de Grind elders in dit nummer). Er is dus wel sprake van waarneming of geheugen, maar deze is onbewust. Ook bij mensen zonder hersenbeschadiging is hiervoor evidentie. Stimuli die beneden de waarnemingsdrempel worden aangeboden en niet bewust worden herkend, kunnen desalniettemin het gedrag beïnvloeden. Het kort aanbieden (4 tot 30ms) van een lachend of boos gezicht beïnvloedt de waardering van een daaropvolgende stimulus. En woorden die eerder bestudeerd zijn, kunnen correct als ‘oud’ (in tegenstelling tot nieuw) worden geïdentificeerd zonder bewuste herinnering aan de woorden. Dergelijke effecten, die weliswaar klein maar robuust en betrouwbaar zijn, tonen aan dat ons gedrag beïnvloed wordt door factoren waarvan wij ons niet bewust zijn. Hieruit volgt dat bewustzijn geen noodzakelijke voorwaarde is voor informatieverwerking en geheugen. Dit idee heeft onderzoekers geïnspireerd om cognitieve functies tijdens algehele anesthesie (narcose) te bestuderen. Enerzijds biedt algehele anesthesie de mogelijkheid de relatie tussen bewustzijn en processen van informatieverwerking te onderzoeken, anderzijds kan de mate van informatieverwerking ons iets vertellen over de vraag hoe adequaat de narcose is. Het is immers niet de bedoeling dat een patiënt bewuste waarneming (awareness) heeft tijdens de operatie of zich de operatie kan herinneren. Wanneer dit wel zo is kan over het algemeen gesteld worden dat er iets mis is gegaan met de narcose: de patiënt heeft te weinig of geen narcose gekregen. Gelukkig komt dit niet vaak voor (naar schatting zijn twee op de duizend patiënten gedeeltelijk bij bewustzijn tijdens een operatie, hetgeen niet hoeft samen te gaan met pijnbeleving), maar helemaal kan het niet worden voorkomen daar eenduidige indicatoren van bewustzijn en informatieverwerking tijdens algehele anesthesie tot op heden ontbreken. Om inzicht te krijgen in de relatie tussen anesthesie en cognitief functioneren is onderzoek van groot belang. In het Academisch Ziekenhuis te Rotterdam wordt deze relatie sinds een aantal jaar onderzocht bij patiënten die een relatief eenvoudige ingreep in dagbehandeling ondergaan. Tijdens narcose krijgen patiënten via een hoofdtelefoon een aantal woorden aangeboden terwijl de hersenactiviteit (eeg) en andere fysiologische variabelen (hartslag, bloeddruk) worden geregistreerd. Postoperatief wordt het geheugen voor de woorden getest door de patiënt enerzijds naar de bewuste (spontane) herinnering te vragen, anderzijds krijgen patiënten een taak voorgelegd waarin de woorden die tijdens de narcose zijn aangeboden kunnen worden gebruikt. Stel, iemand luistert tijdens anesthesie naar het woord partij en krijgt na de operatie de woordstam par te horen met de instructie deze aan te vullen tot een goed Nederlands woord. Hierop kan een aantal correcte antwoorden worden gegeven (parkeren, partner, parkiet, parterre, particulier) waaronder het woord dat tijdens de narcose is aangeboden (partij). Wanneer dit woord vaker voorkomt als aanvulling dan op basis van toeval mag worden verwacht, is er sprake van beïnvloeding van (test) gedrag tijdens anesthesie. Indien het woord tegelijkertijd niet bewust wordt herinnerd, is er sprake van onbewust of impliciet geheugen. …
Literatuur
go back to reference Andrade, J. (1995). Learning during anaesthesia: A review. British Journal of Psychology 86: 479-506. Andrade, J. (1995). Learning during anaesthesia: A review. British Journal of Psychology 86: 479-506.
go back to reference Ghoneim, M.M. & R.I. Blocki(992). Learning and consciousness during general anesthesia. Anesthesiology 76: 279-305. Ghoneim, M.M. & R.I. Blocki(992). Learning and consciousness during general anesthesia. Anesthesiology 76: 279-305.
go back to reference Lubke, G.H., Kerssens, G.H., Phaf, H. & Sebvel, P.S. (1999). Dependence of explicit and implicit memory on hypnotic state in trauma patients. Anesthesiology, 1999. 90: p. 670-80. Lubke, G.H., Kerssens, G.H., Phaf, H. & Sebvel, P.S. (1999). Dependence of explicit and implicit memory on hypnotic state in trauma patients. Anesthesiology, 1999. 90: p. 670-80.
go back to reference Merikle, P.M. & M. Daneman (1996). Memory for unconsciously perceived events: Evidence from anesthetized patients. Consciousness and Cognition 5: 525-41. Merikle, P.M. & M. Daneman (1996). Memory for unconsciously perceived events: Evidence from anesthetized patients. Consciousness and Cognition 5: 525-41.
go back to reference Tunstall, M.E. (1977). Detecting wakefulness during general anaesthesia for caesarean section. British Medical Journal 1: 1321. Tunstall, M.E. (1977). Detecting wakefulness during general anaesthesia for caesarean section. British Medical Journal 1: 1321.
Metagegevens
Titel
Informatieverwerking tijdens narcose
Auteurs
Chantal Kerssens
Benno Bonke
Publicatiedatum
01-04-2000
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Neuropraxis / Uitgave 2/2000
Print ISSN: 1387-5817
Elektronisch ISSN: 1876-5785
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03078959