Terluin B. Interventies bij overspanning en burn-out. Huisarts Wet 2015;58(4):212-6.
Overspanning (surmenage) is een combinatie van spanningsklachten (distress), controleverlies en sociaal disfunctioneren. Burn-out is een vorm van overspanning waarbij moeheid en uitputting sterk op de voorgrond staan, en de klachten langer dan zes maanden geleden zijn begonnen. Diagnostische valkuilen zijn het missen van een depressieve of angststoornis, of van problematisch alcoholgebruik. Daarom is het aan te bevelen routinematig gebruik te maken van de Vierdimensionale Klachtenlijst en de Five Shot Test. Het herstelproces van overspanning kent drie fasen. In fase 1, de crisisfase, is vooral sprake van ontreddering en veel spanningsklachten bij de patiënt. In fase 2, de probleemoplossingsfase, analyseert de patiënt de problemen en pakt hij deze stap voor stap aan. In fase 3, de toepassingsfase, pakt de patiënt geleidelijk aan zijn sociale rollen weer op. In fase 1 kan de huisarts uitleggen dat overspanning een normale, begrijpelijke reactie op te veel stress is en dat de patiënt met een actieve gestructureerde aanpak goed en vlot kan herstellen. De begeleiding door huisarts of POH-ggz moet de eigen kracht van de patiënt ondersteunen. De eerste adviezen richten zich op acceptatie van de overspanning en bewuste afwisseling van enerzijds rust, ontspanning en afleiding, en anderzijds het in kaart brengen en aanpakken van de problemen. Schrijfopdrachten kunnen vanaf het eerste consult worden gebruikt om gebeurtenissen op een rijtje te zetten, het inzicht in gevoelens te vergroten en gebeurtenissen te verwerken. Wanneer de patiënt een overzicht van de problemen heeft gemaakt, kan hij deze onder begeleiding stap voor stap oplossen. De huisarts of POH-ggz moet de patiënt soms stimuleren moeilijke keuzes te maken. Werkhervatting is een speciaal aandachtspunt, omdat verzuim dat langer dan drie maanden duurt de kans op terugkeer naar het werk aanzienlijk reduceert. Voor een tijdige werkhervatting is het vaak nodig om werkproblemen op te lossen en het werk tijdelijk aan te passen. Samenwerking met de bedrijfsarts is daarvoor onontbeerlijk. Gedurende het ziekteverzuimtraject heeft de bedrijfsarts een adviserende en ondersteunende rol. Bij een goede aanpak van overspanning moet er binnen drie tot vier weken verbetering te zien zijn. Wanneer dan nog geen enkele verbetering is opgetreden, is verwijzing naar een psycholoog nodig. Bij burn-out moet de patiënt altijd een verwijzing naar een psycholoog krijgen.