Doel Vaststellen van verschillen tussen praktijken en hun huisartsen met en zonder tropenervaring op het gebied van hun praktijkvoering.
Opzet Transversaal onderzoek in 542 praktijken bij 909 huisartsen gevisiteerd tussen 1999 en 2001 met het VisitatieInstrument Praktijkvoering (VIP). Huisarts, praktijkassistente, patiënten en een visitator beantwoordden vragen over 385 indicatoren verdeeld over 60 dimensies van de praktijkvoering.
Resultaten Op meer dan 90% van de dimensies en indicatoren werd geen verschil tussen praktijken en hun huisartsen met of zonder tropenervaring gevonden. Ex-tropenhuisartsen hebben meer dan drie jaar ziekenhuiservaring in Nederland, werken vaker in een groter samenwerkingsverband en op het platteland, zijn vaker apotheekhoudend en werken vaker in deeltijd met minder consulten per dag. De voltijds werkende ex-tropenhuisarts werkt bijna twee uur minder per week, maar ervaart toch een hogere fysieke werkbelasting. Hij heeft niet meer instrumentarium, niet meer EHBO-voorzieningen, doet niet meer medische verrichtingen en diagnostiek in eigen beheer en blijkt minder te delegeren aan de praktijkassistente. In zijn praktijk zijn meer afspraken met de tweede lijn en de praktijk is beter georganiseerd, maar de patiënt is minder tevreden over zijn spreekuurorganisatie. Hij besteedt minder tijd aan vakliteratuur.
Conclusie De drie jaar tropenervaring van de huisarts en de meer dan drie jaar ziekenhuiservaring in Nederland leidden niet tot belangrijke verschillen in praktijkvoering vergeleken met de huisartsen zonder tropenervaring. De praktijkkeuze is anders en de tropenhuisarts lijkt meer moeite te doen om de regie rond de zorg in eigen hand te houden.