Verwoerd JH, Duinkerken A, Van der Wouden JC. Jeugd-ggz: problemen rond verwijzen en communicatie. Een kwalitatief onderzoek onder Rotterdamse huisartsen. Huisarts Wet 2009;52(5):236-40.
Doel De laatste tijd is er veel publiciteit rond de jeugd-geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en jeugdzorg, vooral over wachttijden, samenwerking, communicatie, het elektronisch kinddossier en verwijzingen via het Bureau Jeugdzorg. Huisartsen spelen een belangrijke rol bij de signalering en verwijzing naar de jeugdzorg en jeugd-ggz. Hun mening blijft in de publiciteit echter onderbelicht. Om in deze lacune te voorzien, hebben wij kwalitatief onderzoek gedaan naar de opinie van huisartsen. Omdat in Rotterdamse achterstandswijken slechts 20% van de verwijzingen naar de jeugd-ggz via Bureau Jeugdzorg verloopt, kozen wij ervoor om ons onderzoek te beperken tot huisartsen in deze wijken. We wilden de volgende vragen beantwoorden. Wat is de visie van huisartsen in Rotterdamse achterstandswijken op de structuur van de jeugd-ggz en jeugdzorg? Welke problemen ervaren zij met de recent ingevoerde Wet op de jeugdzorg? Hoe denken ze over het elektronisch kinddossier?
Methode We hielden een halfopen interview met 24 huisartsen uit de Rotterdamse deelgemeenten Feijenoord, Delfshaven en Stadscentrum. We schreven de interviews uit, waarna we ze codeerden en analyseerden.
Resultaten De huisartsen vinden dat er ten behoeve van verwijzingen te weinig duidelijkheid is over ‘de sociale kaart’. De wachttijden zijn te lang en er is weinig zicht op. Daarnaast is de communicatie met betrokken instanties voor verbetering vatbaar. De oordelen van de huisartsen over Bureau Jeugdzorg als toegangspoort voor de jeugd-ggz lopen uiteen. Hun oordeel over het signaleringssysteem is redelijk positief. Ze zien meer nadelen in een elektronisch kinddossier waarin privacygevoelige informatie wordt vastgelegd.
Conclusie Er blijkt bij de geïnterviewde Rotterdamse huisartsen weinig duidelijkheid te bestaan over het verwijzen naar de jeugd-ggz en jeugdzorg. De huisartsen hebben kritiek op de manier van verwijzen zoals die beschreven staat in de Wet op de jeugdzorg. De rol van de huisarts bij het elektronisch kinddossier en het signaleringssysteem moet nader worden onderzocht.