In 2003 startte de GGD Rotterdam-Rijnmond het project ‘Jongeren met een langdurig ziek familielid’, met als doel de problematiek van deze jongeren (11-16 jarigen) vroegtijdig te signaleren en (samen met anderen) te voorkomen of op te lossen. Onderdeel van dit project was het in kaart brengen van de aard en omvang van de problematiek. Gekeken is naar hoeveel jongeren opgroeien met een langdurig ziek familielid, of er verschillen zijn in (psychische) gezondheid, leefstijl, schoolverzuim en ervaren problematiek thuis tussen jongeren met en zonder ziek familielid en of de aard van de ziekte en de relatie met het familielid verband houden met de problemen die jongeren met een ziek familielid ervaren. Van de ruim 10.000 jongeren (11-16 jaar) die deelnamen in het schooljaar 2004-2005 gaf ruim een kwart (29%) aan op te groeien in een gezin met een langdurig ziek, gehandicapt of verslaafd familielid. Deze jongeren rapporteerden significant vaker een minder goede ervaren gezondheid (OR 2,0, 95% BI 1,8-2,2), psychische problemen (OR 2,2, 95% BI 1,9-2,5), suïcidegedachten (OR 1,9; 95% BI 1,7-2,1), suïcidepogingen (OR 2,2, 95% BI 1,9-2,6), alcoholgebruik (OR 1,4, 95% BI 1,2-1,5), marihuanagebruik (OR 1,5, 95% BI 1,2-1,8), spijbelen (OR 1,4, 95% BI 1,2-1,6), schoolverzuim door ziekte (OR 1,4, 95% BI 1,3-1,6), geen lidmaatschap van een vereniging (OR 1,2, 95% BI 1,1-1,3) en problematiek thuis (OR 2,4, 95% BI 2,1-2,7). Bij een psychisch ziek of verslaafd familielid rapporteerden jongeren meer problemen dan bij een lichamelijk ziek familielid. Zowel jongeren met een zieke ouder als met een zieke broer of zus rapporteerden meer problematiek dan jongeren zonder ziek familielid. Jongeren die opgroeien met een langdurig ziek familielid moeten worden beschouwd als een risicogroep. De jeugdgezondheidszorg is vanwege de vaste contactmomenten een unieke setting om op gestructureerde wijze mogelijke problemen bij deze groep vroegtijdig te signaleren en ondersteuning te bieden.