Braspenning J, Schiere AM, Van Roosmalen M, Mokkink H, Grol RPTM. Kwaliteit van huisartsgeneeskundig handelen moeilijk te meten. Een literatuuroverzicht over 1997-2003. Huisarts Wet 2004;47(4):184-7.
Doel Het evalueren van het feitelijk medisch handelen in de Nederlandse huisartsenpraktijk.
Methode Systematisch literatuuroverzicht over de periode 1997-2003.
Resultaat Eenendertig onderzoeken voldeden aan de inclusiecriteria. De geboden informatie ging over een beperkt deel van het huisartsgeneeskundig handelen; het merendeel chronische aandoeningen (77,8%), waaronder astma en COPD (n=6), diabetes (n=5) en risicomanagement van cardiovasculaire aandoeningen (n=5). Niet alleen verschilde de manier van meten tussen de diverse aandoeningen, ook werd het handelen van de huisartsen bij dezelfde aandoening in de verschillende onderzoeken telkens anders gemeten. De overeenstemming tussen het feitelijk medisch handelen en de aanbevelingen lag gemiddeld op 62,4%, maar varieerde sterk (bereik14,3-90,1%).
Conclusie De beschikbare onderzoeken bieden onvoldoende aanknopingspunten om het feitelijk medisch handelen van huisartsen valide en betrouwbaar te evalueren. Om het feitelijk medisch handelen transparant te maken is een systematische aanpak noodzakelijk waarbij er voor meer aandoeningen indicatoren moeten worden ontwikkeld.