Hopstaken RM, Butler CC, Muris JWM, Knottnerus JA, Kester ADM, Rinkens PELM, Dinant GJ. ‘Lawaai op de longen’, geen argument voor antibiotica.Huisarts Wet 2007;51(4):179-84.
Doel We hebben onderzocht welke invloed anamnese en lichamelijk onderzoek uitoefenen op de beslissing om wel of geen antibioticum voor te schrijven bij lageluchtweginfecties (LLWI). Daarnaast gaan we na in welke mate deze beslissing gerechtvaardigd is.
Methode In dit observationele cohortonderzoek registreerden 25 huisartsen klinische informatie, diagnose en beleid bij 246 patiënten met een LLWI. We bepaalden de associaties (oddsratio’s) tussen de klinische informatie en de beslissing om wel of geen antibioticum voor te schrijven. Vervolgens berekenden we uit een vierveldentabel de juistheid van deze beslissing door deze te vergelijken met radiologisch bewezen pneumonie.
Resultaten Afwijkende auscultatie (OR 11,5; 95%-BI 5,4-24,7) en diarree (OR > 11) waren sterk geassocieerd met een antibioticumvoorschrift. Als we er op grond van de huidige bewijsvoering van uitgaan dat een antibioticum alleen bij pneumonie vereist is, betekent dit dat 166 van de 193 (86%) patiënten onnodig een antibioticumvoorschrift hebben gekregen. Vijf van de 32 (16%) patiënten met radiologisch bewezen pneumonie kregen geen antibioticumvoorschrift.
Conclusie Afwijkende auscultatie bij patiënten met een LLWI leidt bijna altijd tot het voorschrijven van een antibioticum. Dit is waarschijnlijk in de meeste gevallen onterecht. Huisartsen moeten zich afvragen in hoeverre crepitaties of rhonchi bij auscultatie hun besluit tot het voorschrijven van een antibioticum bepalen. Individuele ziekteverschijnselen hebben bovendien slechts beperkte waarde voor een rationeel besluit om wel of geen antibioticum voor te schrijven.