‘Geef me de moed om te veranderen wat ik moet en kan veranderen, het inzicht om te accepteren wat ik niet kan veranderen en de wijsheid om het verschil te zien.’ Deze wijsheid wordt toegeschreven aan de AA, maar vormt de leidraad van het boekje van Addy Manneke over het leven met een boezemfibrilleren. In het eerste hoofdstuk schetst zij haar eigen geschiedenis met haar hart, hoe het haar in de steek laat op onverwachte momenten, hoe onzeker ze daarvan wordt, hoe angstig ook en hopeloos en hoe zij zoekt naar een oplossing. Ze doet daar een aantal jaren over en bezoekt diverse alternatieve genezers. Totdat ze tot het inzicht komt dat haar kwaal op dit moment niet te genezen is; dat medicatie weliswaar iets helpt, maar haar niet verlost van hinderlijke aanvallen. Totdat ze dus tot acceptatie komt van haar ziekte, haar angst weet te benoemen en te bestrijden en uiteindelijk zelfs positieve punten ontdekt in haar ziekte. Gedwongen door haar hart moet ze wel meer rust inbouwen in haar drukke bestaan en leert ze vaker ‘nee’ te zeggen.