Houben PHH, Van der Weijden T, Winkens B, Vossen RC, Naus AJ, Winkens RAG, Grol RPTM. Redenen om laboratoriumdiagnostiek aan te vragen en interpretatie van de uitslagen. Huisarts Wet 2010;53(10):524-8.
Achtergrond Huisartsen vragen vaak laboratoriumdiagnostiek aan om de patiënt gerust te stellen of om ziekte uit te sluiten. Als de laboratoriumuitslagen dan toch afwijkend zijn, kan het moeilijk zijn ze te interpreteren. We onderzochten daarom hoe vaak het voorkomt dat laboratoriumuitslagen een (geringe of forse) afwijking vertonen, en hoe de huisarts die uitslagen vervolgens interpreteert.
Methoden Ons onderzoek had een prospectieve opzet. Wij vroegen aan 87 huisartsen om ieder voor 25 opeenvolgende patiënten een vragenlijst in te vullen wanneer ze laboratoriumonderzoek aanvroegen en wanneer ze de uitslag ontvingen. De huisartsen moesten aangeven waarom zij het onderzoek aanvroegen, hoe groot zij de pretestkans en posttestkans op ziekte inschatten, hoe zij de uitslagen interpreteerden en wat hun verdere beleid was.
Resultaten De huisartsen vroegen laboratoriumonderzoek aan voor 1775 patiënten. Achtenvijftig procent van de aanvragen had tot doel ziekte uit te sluiten of de patiënt gerust te stellen. Bij meer dan de helft van de patiënten was minstens één test afwijkend, en bij ruim één op de tien patiënten betrof het een forse afwijking. De huisartsen interpreteerden de helft van alle afwijkingen als normaal.
Conclusie Huisartsen moeten zorgvuldig overwegen of laboratoriumonderzoek ter uitsluiting van ziekte wel noodzakelijk is, omdat zij een gering afwijkende uitslag vaak toch als normaal interpreteren. Ook grotere afwijkingen komen regelmatig voor, zonder dat duidelijk is wat dat betekent voor de morbiditeit van de patiënt. Dit laatste zou verder onderzocht moeten worden.