Sinds 2005 zijn bedrijven niet meer verplicht zich aan te sluiten bij een arbodienst. Dit heeft geleid tot omzetdaling, personele krimp, toenemende concurrentie, en verdere rationalisering van processen op de markt van arbodienstverlening. Aan de andere kant is er een sterke toename van het aantal bedrijfsartsen dat zich als zelfstandige heeft gevestigd. Hun aantal wordt geschat op 350; dit is 15% van alle bedrijfsartsen. In dit onderzoek worden werkbeleving, werktevredenheid en loopbaanwensen van bedrijfsartsen vergeleken voor de verschillende werksituaties waarin zij werkzaam zijn (arbodienst, groot bedrijf, zelfstandig). Gegevens zijn verzameld door middel van een enquête onder de leden van de NVAB (n=796; respons 45%).
Zelfstandige bedrijfsartsen rapporteren de hoogste werktevredenheid (8,5); zij scoren ook het hoogst op vrijwel alle werkaspecten. Bedrijfsartsen werkzaam bij arbodiensten geven een tegenovergesteld beeld te zien: zij beoordelen hun werk het minst positief (6,7) en scoren op vrijwel alle onderscheiden werkaspecten het laagst en het hoogst op de werkbelastingitems; een meerderheid wenst een loopbaan buiten de arbodienst of een loopbaan met meer afwisseling erbinnen. Bedrijfsartsen in dienst van grote bedrijven nemen een tussenpositie in.
Zelfstandige bedrijfsartsen lijken een succesvolle aanvulling op en alternatief voor bestaande vormen van arbodienstverlening. Hun succes contrasteert sterk met de geringe aantrekkingskracht van arbodiensten en matige werktevredenheid van artsen die er werkzaam zijn. Binnen arbodiensten is bezinning op de voorwaarden voor een meer positieve werkbeleving van professionals dringend gewenst. Verder is met het oog op de kwaliteit van de dienstverlening en de aantrekkingskracht van het beroep van bedrijfsarts, duidelijkheid over de wijze waarop de professionele integriteit in een commerciële omgeving kan worden gewaarborgd van het grootste belang.