Jorien Meerdink, al decennia welbekend in de jeugdzorg, schreef een persoonlijk boek over kindermishandeling waarin op onnavolgbare wijze de verschrikkingen, de angst en de onmacht van kinderen die worden mishandeld, verwaarloosd en/of seksueel misbruikt, aan bod komen. Ook de angst, onmacht en onkunde van volwassenen in de omgeving van het kind en het gezin komen in beeld. Daar waar het huiselijk geweld in vele vormen aan de orde van de dag is, wordt door volwassenen veelvuldig weggekeken. Het zijn deze omstanders die de voortzetting van kindermishandeling mogelijk maken.
Dat wordt duidelijk als Meerdink een reünie bezoekt van haar vroegere woonwijkje, alwaar blijkt dat alle aanwezigen in hun kindertijd een of andere vorm van kindermishandeling hebben meegemaakt. Er was sprake van sadisme, vernedering, lichamelijke, seksuele en psychische kindermishandeling, verwaarlozing en tirannie. Zij krijgt de opdracht hierover een boek te schrijven. Gedurende vijf jaar heeft zij vijftig ouders, inmiddels tussen de 80 en 95 jaar oud, haar vrienden van weleer en andere betrokkenen geïnterviewd. De centrale vraag was: waarom heeft niemand van de volwassenen wat gedaan, terwijl toch duidelijk was wat er gebeurde? De volwassenen lieten de kindermishandeling gebeuren. Ze bleven bystanders, omstanders die toekeken maar niet ingrepen.
De auteur beschrijft in De Omstanders haar persoonlijke en pijnlijke ervaringen. Gelukkig eindigt ze dit artikel met een oplossing: hoe we een einde aan kindermishandeling kunnen maken.