Dit hoofdstuk is volledig gewijd aan het manueeltherapeutisch onderzoek en de systematische ordening conform de KNGF-richtlijn Verslaglegging. De narratieve en procedurele aspecten van de screening en anamnese worden uitgebreid onder de loep genomen. Binnen het lichamelijk onderzoek wordt met behulp van ‘werkwijze I’ het anamnestisch patiëntprofiel gecontroleerd en aangescherpt. Met ‘werkwijze II’ wordt de mate van stelligheid van de conclusies – zoals gesteld in de hypothesen – vergroot. De nodige kennis hiervoor wordt aangereikt. De nodige ervaring dient in de praktijk te worden opgedaan, waarvoor handvatten worden aangereikt. Er zijn aparte paragrafen ingeruimd voor inspectie, palpatie, actief en passief bewegingsonderzoek. Speciale aandacht is er voor provocatietests en de (on)zin van het vragen naar pijn. Het neurologisch onderzoek completeert dit hoofdstuk en is in de 11de druk sterk uitgebreid. De auteurs gebruiken concrete ziektebeelden en werkdiagnoses om het onderzoek inzichtelijk te maken.