Ongeveer één op de vijf volwassenen lijdt aan chronische pijn. De definitie van pijn die door de International Association for the Study of Pain (IASP) wordt gebruikt, is ‘een onplezierige sensorische en emotionele ervaring, veroorzaakt door of beschreven in termen van daadwerkelijke of potentiële weefselschade’. Chronische pijn wordt omschreven als pijn die langer bestaat dan 3 maanden of langer duurt dan de verwachte tijd voor herstel na beschadiging of ziekte. De diagnostiek en de behandeling van chronische pijn zijn multidimensionaal, met aandacht voor de oorzaak, de lichamelijke en psychologische factoren en de omgeving van de patiënt. Medicijnen zijn in 60–80 % onderdeel van de pijnbehandeling en daarmee een van de hoekstenen van de pijnzorg. In dit hoofdstuk worden de karakteristieken besproken van acute en chronische pijn. Hierna wordt ingegaan op principes van medicamenteuze pijnbehandeling van nociceptieve en neuropathische pijn. Tot slot worden enkele pijnsyndromen besproken met mogelijkheden voor medicamenteuze behandeling.