Pijnlijke mictie is een veelvoorkomende klacht. De kans op een urineweginfectie is groot. De klacht komt bij vrouwen gemiddeld twee keer zo vaak voor als bij mannen. Bij vrouwen is de meest voorkomende oorzaak een cystitis, bij mannen een urethritis, cystitis of prostatitis. De kans op de aanwezigheid van een maligniteit is bij de presentatie van deze klacht is klein. Pijnlijke mictie en herkenbaarheid van de klachten bij de vrouw geven een hoge a-priorikans op een urineweginfectie. De aanwezigheid van vaginale fluor verlaagt deze kans. Er kan dan sprake zijn van een vaginitis of vulvitis, al dan niet veroorzaakt door een seksueel overdraagbare aandoening. Koorts en flankpijn kunnen op een hoge urineweginfectie wijzen. Bij recidiverende urineweginfecties is het zinvol te vragen naar risicofactoren zoals geslachtsverkeer, postmenopauze, verworven anatomische afwijkingen, zwangerschap, aangeboren afwijkingen aan de urinewegen, neurologische blaasstoornissen en diabetes mellitus. Bij de man met urethritisklachten is het van belang aandacht te besteden aan de mogelijkheid van een geslachtsziekte en te vragen of daarmee gepaard gaande verschijnselen aanwezig zijn. Bij een urineweginfectie bij de man verdienen symptomen van afvloedbelemmering en een verminderde blaasfunctie specifieke aandacht. Pijn in het perineum, de liezen, het scrotum en de onderbuik kunnen voorkomen bij een chronische bacteriële of niet-bacteriële prostatitis. Kinderen vormen een specifieke groep. Ook bij kinderen kan een pijnlijke mictie gebaseerd zijn op een urineweginfectie. Hoe jonger het kind, hoe groter de kans op onderliggende pathologie. Afhankelijk van leeftijd, recidieven en bijkomende klachten kan complex onderzoek nodig zijn. Lichamelijk onderzoek is geïndiceerd bij frequent recidiverende urineweginfecties en bij patiënten die een verhoogd risico hebben op een gecompliceerd beloop. Het onderzoek dient gericht te zijn op oorzaak en complicaties. Bij de gezonde, niet-zwangere vrouw kan bij een typisch verhaal van een cystitis met voor de vrouw herkenbare klachten, het urineonderzoek achterwege blijven. In overige gevallen zal aanvullend onderzoek bij de klacht pijnlijke mictie bijna altijd bestaan uit onderzoek van de urine. Bij een urineweginfectie nitriet- en leukotest, eventueel in combinatie met een dipslide of sediment. Bij hogere kans op een gecompliceerd beloop wordt een urinekweek ingezet ter determinatie van het oorzakelijke agens. PCR-onderzoek naar een SOA is aangewezen bij verdenking daarop. In specifieke gevallen is soms bloedonderzoek naar de nierfunctie wenselijk, met name bij obstructieve klachten in combinatie met urineweginfecties. Radiodiagnostiek kan een waardevolle aanvulling zijn bij verdenking op bijvoorbeeld urinesteenlijden, obstructie van de urinewegen of congenitale afwijkingen. Slechts in een enkel geval resulteert de klacht pijnlijke mictie in een specialistisch urologisch onderzoek naar de functie, anatomie of conditie van de urinewegen.