In de afgelopen jaren is de kennis op het gebied van gespecialiseerde verpleegkundige zorg aan patiënten met chronisch hartfalen sterk toegenomen. Er is een algemeen gevoel dat extra zorg aan deze patiënten door een speciaal getrainde en aangestelde hartfalenverpleegkundige gunstig kan zijn voor patiënten. Het kan het gebruik van de gezondheidszorg door patiënten mogelijk efficiënter maken en de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren.1–4 Er is echter nog geen overeenstemming over de optimale vorm van dergelijke specialistische zorg. Is een thuiszorgprogramma beter? Heeft een hartfalenpoli meer succes? Of zou een patiënt de keuze moeten hebben? We weten ook niet precies wat de onderliggende oorzaken en mechanismen zijn waarom dergelijke zorgprogramma’s goed (zouden) werken. Sommigen schijven het mogelijke succes toe aan een verhoogde therapietrouw met leefregels (bijvoorbeeld ten aanzien van medicatie en dieet), of aan vroegtijdige signalering van achteruitgang van de toestand van de patiënt en de snelle reactie op een dergelijke achteruitgang. Anderen benadrukken het belang van optimale medicamenteuze behandeling, klinische stabiliteit, de toegang tot medisch specialistische behandeling of de rol van de verpleegkundige als vangnet voor patiënten.1, 4–8