Fouten maken is menselijk. Juist daarom is het belangrijk, dat ons cognitieve systeem zichzelf beschermt tegen de consequenties van fouten. Zo bewaken wij continu de kwaliteit van ons gedrag, waardoor onze prestaties beter worden (zie bijvoorbeeld Stuss & Benson, 1986). Voordat een fout gecorrigeerd kan worden, moet hij eerst worden opgemerkt. Binnen het domein van de taalproductie wordt aangenomen, dat er een monitor bestaat om problemen te ontdekken en een proces van correctie op te starten. Monitoren kan hierbij manifest worden in de zogenoemde zelfreparaties van de spraak. Deze zelfreparaties voorkomen dat de spreker verkeerd wordt begrepen door zijn of haar gesprekspartner. We maken ook fouten bij het waarnemen van taal; soms verstaan we iemand verkeerd, of maken we een fout bij het lezen. Het is aannemelijk dat binnen het domein van de taalperceptie een monitor werkzaam is die vergelijkbaar is met die binnen het gebied van de taalproductie.