Deunk EN, Van den Hoogen HJM, Bor JHJ, Van den Bosch WJHM. Morbiditeitsregistratie in de huisartsenpraktijk kan nauwkeuriger. Huisarts Wet 2003;46(11):608-10.
Doel Onderzoeken welke fouten huisartsen maken bij de registratie van weinig voorkomende aandoeningen om een beeld te krijgen van de nauwkeurigheid en kwaliteit van de registratie en aangrijpingspunten te vinden voor kwaliteitsbevorderende maatregelen.
Methode Uit de continue morbiditeitsregistratie (CMR-Nijmegen) zijn 88 laagincidente aandoeningen in de periode 1996- 2000 geselecteerd. Retrospectief zijn in de patiëntendossiers systematisch de morbiditeitscodes op juistheid gecontroleerd.
Als maat voor de nauwkeurigheid is de voorspellende waarde van een zeldzame code genomen. De fouten zijn in zes categorieën ingedeeld.
Resultaten De 88 morbiditeitscodes zijn in totaal 372 keer gegeven.
Er zijn 28 (7,5%) coderingsfouten gevonden bij 22 aandoeningen.
Op grond hiervan is de nauwkeurigheid 92,5%. Er is een geringe overschatting van de incidentie van zeldzame aandoeningen.
Beschouwing Wij hebben een herhaalbare, relatief eenvoudige en succesvolle methode onderzocht om de nauwkeurigheid van weinig voorkomende morbiditeitscodes te meten. Met aanvullende maatregelen kan de nauwkeurigheid tot 97% toenemen.