Berg HF, Vermeulen M, Algra PR, Boonman-de Winter LJ. MRI zorgt voor minder verwijzingen naar de orthopeed. Huisarts Wet 2017;60(5):212-5.
Doel
Wij onderzochten wanneer huisartsen een MRI aanvragen voor patiënten met knieklachten, en of directe toegang tot MRI in de huisartsenpraktijk het verwijsgedrag naar de orthopeed beïnvloedt.
Methode
Tussen december 2007 en september 2009 includeerden we opeenvolgende patiënten met knieklachten voor wie de huisarts een MRI aanvroeg. Op het aanvraagformulier gaf de huisarts aan of hij naar een orthopeed zou verwijzen als er geen MRI beschikbaar was. Zes maanden na de MRI vroegen we de aanvragende huisartsen naar de uiteindelijke verwijzing en de orthopedische interventie. We vergeleken het aantal uiteindelijk verwezen patiënten met het aantal patiënten bij wie dat vooraf de bedoeling was.
Resultaten
We includeerden 588 patiënten. Voorafgaand aan de MRI waren de huisartsen van plan geweest 82,8% van hen te verwijzen, uiteindelijk werd 60% daadwerkelijk verwezen (p < 0,001). Bij patiënten < 50 jaar leidde MRI tot 16,1%, bij patiënten ≥ 50 jaar tot 28,1% minder verwijzingen. Voor 101 patiënten vonden de huisartsen verwijzing aanvankelijk niet nodig, van hen werden er 48 na de MRI alsnog verwezen. Van alle verwezen patiënten onderging 62,1% een orthopedische ingreep.
Conclusie
Het aantal verwijzingen van patiënten met knieklachten naar een orthopeed vermindert significant als de huisarts MRI ter beschikking heeft.