Gezondheidscommunicatie richt zich doorgaans op de vorming van intenties tot gezonder gedrag. De zogenaamde intentie-gedrag kloof laat echter zien dat de juiste intentie niet automatisch tot het voorgenomen gedrag leidt.1 Zo weten mensen die gezonder willen leven soms niet hoe deze intentie om te zetten in daadwerkelijk gedrag. Factoren als planning en het anticiperen op en omgaan met obstakels spelen hierbij een rol. Een narratieve communicatie-interventie leent zich bij uitstek voor het communiceren van dergelijke postintentionele factoren. Verhalen kunnen succesvolle strategieën om intenties in gedrag om te zetten concretiseren en hebben als bijkomend voordeel dat zij door de doelgroep als interessanter worden ervaren dan traditionele voorlichting en daardoor sneller de aandacht trekken en vasthouden. Daarnaast vergemakkelijken ze informatieverwerking, waardoor de boodschap voor een groter en breder publiek toegankelijk wordt. Dit maakt deze strategie met name interessant voor doelgroepen met een lagere sociaal economische status (SES) en gezondheidsgeletterdheid (‘health literacy’).