Skip to main content
Mijn bibliotheek
Shop
Nieuws Boeken Tijdschriften Toetsvragen Web-tv Video Audio
Tips voor Mijn BSL
Inloggen

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

» Andere revante producten voor Scalda studenten en medewerkers.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Inloggen
Top
Neuropraxis
Gepubliceerd in:

01-12-2007 | Artikelen

Neuropsychologie van gezichtwaarneming

Auteurs: Tanja Nijboer, Edward de Haan

Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 6/2007

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
    Link delen
publish
Publiceer nu

Abstract

De visuele waarneming is het meest ontwikkelde zintuig van de mens en ongeveer eenderde van het brein is erbij betrokken. De gedetailleerde informatie die wij hebben over de buitenwereld is vooral gebaseerd op de visuele waarneming. Dat het hier om een complex cerebraal mechanisme gaat, kwam al naar voren uit de studies van de Duitse fysioloog Hermann Munk en de Britse neuroloog Hughlings Jackson in de tweede helft van de negentiende eeuw. Zij demonstreerden het verschil tussen ‘zien’ en ‘herkennen’.
vorige artikel Posterieure corticale atrofie: het klinische beeld aan de hand van casuïstiek
volgende artikel Over de relativiteit van waargenomen beweging en haar gevolgen
Literatuur
Bay, E. (1953). Disturbances of visual perception and their examination. Brain, 76, 4, 515–550.
Benton, A. & Tranel, D. (1993). Visuoperceptual, visuospatial, and visuoconstructive disorders. In: K.M. Heilman, E. Valenstein (Eds), Clinical Neuropsychology, 3rd edition. New York: Oxford University Press.
Bodamer (1947). Die Prosopagnosie. Archiv fur Psychiatrie und Nervenkranktheiten, 179, 6–53.
Davidoff, J. & Warrington, E.K. (1999). Apperceptive agnosia: a deficit in perceptual categorisation. In: G. Humprheys (Ed), Case studies in neuropsychology of vision. Hove: Psychology Press.
De Haan, E.H.F., Young, A.W. & Newcombe, F. (1987). Face recognition without awareness. Cognitive Neuropsychology, 4, 385–415.
De Haan, E.H.F., Young, A.W. & Newcombe, F. (1991). Covert and overt recognition in prosopagnosia. Brain, 114, 2575–2591.
De Haan, E.H.F & Campbell, R. (1991). A fifteen year follow-up of a case of developmental prosopagnosia. Cortex, 27, 4, 489–509.
De Haan, E.H.F., Heywood, C.A., Young, A.W. & Edelsteyn, N. (1995). Ettlinger revisited: the relationship between agnosia and sensory status. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry, 58, 350–356.
De Haan, E.H.F. (1999a). Covert recognition and anosognosia in prosopagnosic patients. In: G. Humprheys (Ed), Case studies in neuropsychology of vision. Hove: Psychology Press.
De Haan, E.H. (1999b). A familial factor in the development of face recognition deficits. Journal of Clinical Experimental Neuropsychology, 21, 3, 312–315.
Duchaine, B.C. (2000). Developmental prosopagnosia with normal configural processing. Neuroreport, 11, 1, 79–83.
Ellis, H.D., Young, A.W., Quayle, A.H. & De Pauw, K.W. (1997). Reduced automatic responses to faces in Capgras delusion. Proceedings of the Royal Society B. Biological Science, 264, 1085–1092.
Ellis, H.D., Lewis, M.B., Moselhy, H.F. & Young, A.W. (2000). Automatic without autonomic responses to familiar faces: differential components of covert face recognition in a case of Capgras delusion. Cognitive Neuropsychiatry, 5, 255–269.
Ettlinger, G., Warrington, E.K. & Zangwill, O.L. (1957). A further study of visual-spatial agnosia. Brain, 80, 335–361.
Farah, M. (2004). Visual agnosia, second edition. The mit Press.
Frederiks, J.A.M. (1969). The agnosias. In: P.J. Vinken & G.W. Bruyn (Eds). Handbook of Clinical Neurology, Vol. 4. Amsterdam.
Freud, S. (1891). Zur Auffassung der Aphasien. Wenen: Deuticke.
Grusser, O.J., Landis, T. (1991). Visual agnosias and other disturbances of visual perception and cognition. In: J.R. Cronly-Dillon (Ed).Vision and Visual Dysfunction, Vol 12, Boca Raton: CRC Press.
Hirstein, W. & Ramachandran, V.S. (1997). Capgras syndrome: a novel probe for understanding the neural representation of the identity and familiarity of persons. Proceedings of the Royal Society B. Biological Science, 264, 437–444.
Humphreys, G.W. (1999). Integrative agnosia. In: G. Humprheys (Ed). Case studies in neuropsychology of vision. Hove: Psychology Press.
Jackson, J.H. (1931). Selected writings of John Huglings Jackson. Jamer Taylor (red). Londen: J. Robson, W. Clarke.
Kracke, I. (1994). Developmental prosopagnosia in Asperger syndrome: presentation and discussion of an individual case. Developmental medicine and child neurology, 36, 10, 873–886.
Kurucz, J. & Feldmar, G. (1979). Prosopo-affective agnosia as a symptom of cerebral organic disease. Journal of Amercian Geriatry Society, 27,5, 225–230.
Lissauer, H. (1890). Ein Fall von Seelenblindheit nebst einem Beitrag zur Theorie derselben. Arch Psychiatr Nervenkr 21:222–270.
Mishkin, M., Ungerleider, L.G. & Macko, K.A. (1983). Object vision and spatial vision: two cortical pathways. Trends in Neuroscience, 6, 414–417.
Munk, H. (1881). Uber die Functionen der Grosshirnrinde. Gesammelte Mittheilungen aus den Jahren 1877–80. Berlin: Hirschwald.
Nijboer, T.C.W., Zandvoort, M.J.E., van der Smagt, M.J., Lemmens, P. & de Haan, E.H.F. (aangeboden). Selective visuo-sensory hemi-field deficits: an explorative study in stroke patients.
Nijboer, T.C.W., Nys, G.M.S., de Haan, E.H.F. & van der Smagt, M.J. (aangeboden). Brightness agnosia: a disorder in the recognition and appreciation of light- and darkness.
Pallis, C.A. (1955). Impaired identification of faces and places with agnosia for colours; report of a case due to cerebral embolism. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry, 18, 3, 218–224.
Shuttleworth, E.C. Jr, Syring, V. & Allen, N. (1982). Further observations on the nature of prosopagnosia. Brain and Cognition, 1, 3, 307–322.
Van Zandvoort, M.J.E., Nijboer, T.C.W. & de Haan, E.H.F. (2007). Developmental colour agnosia. Cortex.
Young, A.W., Hellawell, D. & de Haan, E.H.F. (1988). Cross-domain priming in normal subjects and a prosopagnosic patiënt. Quarterly Journal of Experimental Psychology, 40A, 561–580.
Young, A.W., de Haan, E.H.F., Newcombe, F. & Hay, D.C. (1990). Facial neglect. Neuropsychologia, 28, 5, 391–415.
Young, A.W., Newcombe, F., de Haan, E.H., Small, M. & Hay, D.C. (1993). Face perception after brain injury. Selective impairments affecting identity and expression. Brain, 116, 4, 941–959.
Zeki, S.M. (1990). A century of cerebral achromatopsia. Brain, 113, 1721–1777.
Zihl, J., von Cramon, D. & Mai, N. (1983). Selective disturbance of movement vision after bilateral brain damage. Brain, 106, 313–340.
Metagegevens
Titel
Neuropsychologie van gezichtwaarneming
Auteurs
Tanja Nijboer
Edward de Haan
Publicatiedatum
01-12-2007
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Neuropraxis / Uitgave 6/2007
Print ISSN: 1387-5817
Elektronisch ISSN: 1876-5785
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03079150

Andere artikelen Uitgave 6/2007

Visuele perceptiestoornissen bij cerebrale aandoeningen

  • Artikelen

Posterieure corticale atrofie: het klinische beeld aan de hand van casuïstiek

  • Uit de praktijk

Artikelen

  • Signalement

Het nin: broedplaats voor fundamenteel onderzoek in de neurowetenschappen

  • Artikelen

Woorden vooraf

  • Woorden vooraf

Over de relativiteit van waargenomen beweging en haar gevolgen

  • Artikelen