Van Avendonk MJP, Gorter KJ, Van den Donk M, Rutten GEHM. Is de huisartsenpraktijk wel toegerust voor optimale diabeteszorg? Een vragenlijstonderzoek. Huisarts Wet 2007;50(11):529-34.
Achtergrond De kwaliteit van de zorg aan diabetespatiënten in de huisartsenpraktijk is sterk afhankelijk van de manier waarop die zorg georganiseerd is. Wij gingen na in hoeverre het organisatieniveau van de diabeteszorg in de Nederlandse huisartsenpraktijken aansluit bij de evidence-based richtlijnen, en welke huisarts- en praktijkkenmerken daarop van invloed zijn.
Methode Om te kunnen meten in hoeverre huisartsen hun praktijk zodanig hebben gestructureerd dat zij optimale, evidence-based diabeteszorg kunnen verlenen, ontwikkelden wij een Structuur Index (SI) op basis van zes huisarts- en praktijkkenmerken die wij ontleenden aan aanbevelingen uit de relevante richtlijnen. Deze kenmerken verwerkten wij in een schriftelijke vragenlijst, die wij voorlegden aan 3848 huisartsen. Van hen respondeerden er 1621 (42%).
Resultaten De SI was gemiddeld 2,1 ± 0,9 bij een range van minimaal 0 en maximaal 4,5. Opleidingspraktijken en praktijken die zelf insulinetherapie aanboden, scoorden gemiddeld het hoogst. Bijna alle ondervraagde praktijken hadden een computerregistratiesysteem, 25% had een oproepsysteem, 55% had een praktijkondersteuner in dienst en 25% een diabetesverpleegkundige. De helft van de huisartsen voerde opportunistische screening uit op DM2, 20% had een samenwerkingsprotocol met de tweede lijn en 30% delegeerde taken aan een diabetesdienst.
Conclusie Driekwart van de huisartsen zit qua structureren van de organisatie van de diabeteszorg volgens de aanbevelingen uit de richtlijnen in de middengroep, 15% van de huisartsen loopt hierop achter en 10% loopt voor. Verder onderzoek naar de bevorderende en belemmerende factoren voor het structureren van de diabeteszorgorganisatie door de huisarts en het oordeel van de patiënt is nodig om aan te geven hoe de diabeteszorg het beste georganiseerd kan worden.