Nudging voor bewegingsbevordering staat sterk in de belangstelling bij beleidsmakers. In Amsterdam Zuidoost is in twee flatgebouwen getest of voetstapjes naar de trap het trapgebruik bevorderden. De opzet was tweedelig. Ten eerste voor- en nameting met bewegingssensoren in een interventie- en controlesetting. Vervolgens kwalitatief onderzoek door middel van zeventien semigestructureerde interviews met bewoners in beide settings. De kwantitatieve dataverzameling leverde geen bruikbare gegevens op; binnen enkele dagen na plaatsing verdwenen sensoren, werden deze beschadigd of traden batterijproblemen op.
Kwalitatieve gegevens lieten zien dat respondenten niet dachten of verwachtten dat de nudge effect sorteerde bij henzelf of anderen. De redenen hiervoor waren vaste gedragspatronen, de omstandigheden in de flats, zoals de hoogte van de verdieping waar zij woonden, maar ook de staat van de trappenhuizen. Toch etaleerden de respondenten voornamelijk positieve attitudes ten aanzien van bewegen en sport, en waren ze geïnteresseerd in het concept van nudging: ze stelden zelf andere mogelijke nudges voor.
Dit onderzoek laat zien hoe belangrijk kennis over de lokale context is voor effectieve nudging, maar ook voor het meten van de effecten daarvan. Mogelijk kan een citizen science-benadering met bewoners samen leiden tot beter onderzoek en een positief effect op gezondheidsvaardigheden en sociale cohesie.