Oppewal F, Smedts F, Meyboom-de Jong B. Obductie als laatste verwijzing in de huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2004;47(9):408-10.
Inleiding Wanneer roept een sterfgeval in de huisartsenpraktijk zodanige vragen op dat verwijzing naar de patholoog plaatsvindt?
Interventie Een protocol voor obductie in de eerste lijn werd geschreven en getoetst, waarbij vervoerskosten werden vergoed.
Uitkomsten Over een periode van 6 jaar werden 40 obducties (24 mannen) op verzoek van 31 van de 90 betrokken huisartsen verricht. Dit betekent dat er in de protocolregio drie- tot viermaal zoveel obducties op verzoek van de huisarts werden gedaan als in twee andere regio's. Meestal betrof het acuut overleden patiënten (85%) met cardiaal gerelateerde aandoeningen (65%). Er waren 5 sterfgevallen met directe, genetische consequenties voor de nabestaanden. De doodsoorzaak kon bij 4 overledenen (10%) niet vastgesteld worden.
Conclusie Wanneer het voor huisartsen gemakkelijker wordt obductie aan te vragen, overbelast dit de patholoog niet. Door obductie te laten verrichten bij (acuut) overleden patiënten kan de huisarts meestal de doodsoorzaak laten vaststellen, de kwaliteit van zijn handelen toetsen en nabestaanden beter begeleiden.