Jochemsen HM, Caspers PWJ, Gijsen R. Off-label voorschrijven: medisch handelen en motieven van huisartsen. Huisarts Wet 2007;50(5):193-7.
Doel In dit onderzoek gingen we na hoe huisartsen omgaan met het off-label voorschrijven van medicijnen, wat hun motieven hiervoor zijn en of zij behoefte hebben aan bepaalde instrumenten bij het voorschrijven.
Methode We stuurden 800 huisartsen een vragenlijst. We legden een aantal casus voor en vroegen naar hun eigen handelen.
Resultaten Van de 800 huisartsen waren er 13 niet meer praktiserend. Van de resterende 787 huisartsen ontvingen we 464 vragenlijsten terug (respons 59%). Uit de voorgelegde casus bleek dat 100% van de huisartsen off-label voorschrijft. De meest genoemde motieven hiervoor zijn dat de werkzaamheid van het middel is beschreven in huisartsgeneeskundige richtlijnen, in handboeken of in de wetenschappelijke literatuur. Experimenteergedrag komt echter ook voor. Bijna de helft van de huisartsen zegt regelmatig niet te weten of een voorgeschreven middel een geregistreerde toepassing is. Wanneer ze het wel weten, informeert 27% de patiënt daar zelden of nooit over en vraagt de helft zelden of nooit toestemming. De evaluatie door huisartsen is beperkt. Het idee om instrumenten te ontwikkelen die bijdragen aan een welbewuster off-label voorschrijven, kreeg brede steun van de huisartsen.
Conclusies De drie meest genoemde motieven om off-label voor te schrijven zijn in lijn met de standpunten van CBG/IGZ en NHG. Het motief dat de off-labeltoepassing is opgenomen in richtlijnen, voldoet tevens aan een eis in de nieuwe Geneesmiddelenwet. Desondanks kunnen sommige aspecten van het huisartsgeneeskundig handelen beter. Ontwikkeling van een aantal instrumenten zou daaraan kunnen bijdragen.