Doel: Het bepalen van het aantal personen dat overlijdt in de provincie Utrecht als gevolg van een niet-natuurlijke oorzaak en de omstandigheden waaronder dit sterven optreedt. Opzet: Prospectieve cohort studie. Methode: Het onderzoek werd uitgevoerd in de periode 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000 en betrof het verzorgingsgebied van de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht, dat de provincie Utrecht met circa 1.100.000 inwoners omvat. In dit onderzoek zijn gegevens gebruikt vanuit meerdere bronnen namelijk van het Openbaar Ministerie, forensisch geneeskundigen, politie, ambulancezorgverleners en het centraal bureau voor de statistiek (CBS). Resultaten: 574 sterfgevallen (361 (63%) mannen en 213 vrouwen) ten gevolge van niet-natuurlijke doodsoorzaak zijn onderzocht. 366 (64%) patiënten stierven buiten het ziekenhuis. Zelfdoding was de belangrijkste oorzaak, gevolgd door verkeersongevallen en ongevallen in de privé-sfeer. Veel van de dodelijk verongelukte verkeersdeelnemers hadden zich niet aan de verkeersregels gehouden. Mannen stierven tweemaal zo vaak een niet-natuurlijk dood dan vrouwen. Er was een onderrapportage bij het CBS wat betreft het aantal personen dat overleed als gevolg van een verkeersongeval. Conclusie: Het aantal sterfgevallen ten gevolge van een niet-natuurlijk overlijden kon door het gebrek aan eenduidige gegevens niet worden vastgesteld. De registratie van sterfgevallen moet beter op elkaar worden afgestemd en worden aangevuld met gegevens van ambulancezorg en ziekenhuizen. Investering in verbetering van registratie en de uitvoering van onderzoek kunnen de basis vormen vpreventieve activiteiten.