Van Weert HCPM, Dolan GC, Wichers IM, De Vries CJH, Ter Riet G, Büller HR. Oppervlakkige tromboflebitis verhoogt het risico op een diepe veneuze trombose. Huisarts Wet 2006(8);49:414-7.
Doel Omdat uit onderzoek onder verwezen patiënten blijkt dat spontane oppervlakkige tromboflebitis (OTF) het risico op een diep veneuze trombose (DVT) duidelijk verhoogt, wordt aangeraden OTF te behandelen. Wij gingen het risico na op arteriële en veneuze complicaties van OTF in de huisartsenpraktijk.
Methode We deden een historisch cohortonderzoek in vijf gezondheidscentra (40.013 ingeschreven patiënten), waarbij we alle patiënten met de diagnose OTF vergeleken met twee controlepatiënten zonder OTF, gematcht voor leeftijd, geslacht en gezondheidscentrum. We volgden patiënten en controles gedurende zes maanden. Uitkomsten waren DVT, longembolie, myocardinfarct, of TIA/CVA.
Resultaten Patiënten hadden een tienmaal zo groot risico op DVT als de controlepatiënten (OR 10,2; 95%-BI 2,0-51,6). Het absolute risico neemt daarmee toe van 0,2% tot 2,7%. Na correctie voor een eerdere DVT bleek het risico zevenmaal zo groot (OR 7,1; 95%-BI 0,9-65,6). We konden geen verhoogd risico vaststellen op longembolie, myocardinfarct of TIA/CVA.
Conclusie Patiënten met spontane oppervlakkige tromboflebitis hebben een duidelijke risicofactor om een DVT te ontwikkelen. Het absolute risico is echter betrekkelijk laag. Mogelijk kan verder onderzoek een groep identificeren met een relatief hoog risico, waarin gebruik van profylaxe gerechtvaardigd zou zijn. Hoewel behandeling het risico lijkt te verminderen, is de beste strategie voor de huisarts vooralsnog om waakzaam af te wachten, gezien het lage absolute risico.