Buiting HM, Deeg DJH, Knol DL, Ziegelmann JP, Pasman HRW, Widdershoven GAM, Onwuteaka-Philipsen BD. Opvattingen van ouderen over levensbeëindiging. Huisarts Wet 2013;56(3):102-5.
Achtergrond
De groei van het aantal ouderen met chronische ziekten maakt dat vragen over actieve levensbeëindiging steeds belangrijker worden. De opvattingen van de ouderen zelf zijn echter nog nauwelijks geëxploreerd. Wij onderzochten hoe die opvattingen zich in Nederland hebben ontwikkeld tussen 2002 en 2009.
Methode
Wij hebben gebruik gemaakt van metingen uit de cohorten van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA). Op drie meetmomenten, in 2002, 2006 en 2009, is aan respectievelijk 1284, 1303 en 1245 respondenten van 64 jaar en ouder gevraagd of zij zich konden voorstellen dat zij een arts zouden verzoeken hun leven te beëindigen (euthanasie), dan wel de beschikking zouden willen hebben over een zelfdodingspil (‘laatste-wil-pil’) als zij, zonder ernstig ziek te zijn, niet meer verder zouden willen leven. Op deze gegevens hebben wij een logistische regressieanalyse toegepast om trends in de opvattingen in kaart te brengen en te zoeken naar verbanden met onderliggende demografische en gezondheidskenmerken.
Resultaten
Het percentage respondenten dat positief stond tegenover het euthanasiescenario groeide tussen 2002 en 2009, maar de toename was alleen significant in de jongste leeftijdsgroep (64-74 jaar): 58% in 2002, 64% in 2006 en 70% in 2009. De oddsratio (OR) van 2009 ten opzichte van 2002 was 1,30 (95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 1,17-1,44). Het percentage dat positief stond tegenover een ‘laatste-wil-pil’ was lager, maar groeide ook: 31% in 2002, 33% in 2006 en 45% in 2009 (OR 1,37; 95%-BI 1,23-1,52). Die groei trad exclusief op in de jongste leeftijdsgroep (64-74 jaar). Niet-godsdienstige en hoger opgeleide ouderen stonden in het algemeen positiever tegenover actieve levensbeëindiging.
Conclusie
De opvattingen over actieve levensbeëindiging verschuiven. Steeds meer ouderen kunnen zich voorstellen dat zij ooit euthanasie of een laatste-wil-pil zullen wensen. Dit kan impliceren dat een groeiend aantal mensen er behoefte aan heeft de autonomie tot het laatst toe te behouden. Het laat daarnaast zien dat zorgverleners serieus aandacht moeten blijven besteden aan gepaste zorg in de laatste levensfase.