Dit boek draagt met recht het woord ‘inleiding’ in de titel. De nadruk ligt op de basisbegrippen, thematiek en werkwijze uit deze twee specialismen. Ten eerste komen de processen van veroudering (functioneel, cognitief, op orgaan- en cellulair niveau) en de typische kenmerken van de geriatrische patiënt aan bod. Deze delen zijn theoretisch en bevatten veel wetenswaardigheden. Daarna is de zorg aan de beurt. Aan de orde komen de zorg thuis en in het ziekenhuis (inclusief een hoofdstuk over verplegen in de geriatrie), woonvoorzieningen, en de sociale wetgeving. Dit zijn overwegend goede en informatieve hoofdstukken, die echter met elkaar maar slechts tien procent van het boek vormen. Met name de zorg thuis komt er met twee pagina’s bekaaid van af.