Palliatieve zorg begint meestal met ziektegerichte palliatie. Deze gaat geleidelijk over in symptoomgerichte palliatie, gevolgd door palliatie in de stervensfase. Na het overlijden is er nazorg voor de nabestaanden. De aandacht voor palliatieve zorg richtte zich voorheen vooral op kankerpatiënten, maar tegenwoordig ook steeds meer op patiënten met orgaanfalen en ouderdom/dementie. Bij deze aandoeningen is de palliatieve fase minder duidelijk gemarkeerd. Om tot een goede vaststelling van de belangrijkste problemen en de beïnvloedende factoren te komen, gebruiken we de term ‘palliatief redeneren’. Palliatief redeneren heeft als doel de communicatie en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Het is in de palliatieve fase belangrijk om aan proactieve zorgplanning te doen. Hierbij worden afspraken gemaakt over de in te zetten (medische) interventies, bijvoorbeeld over het stoppen van medische handelingen of over beslissingen rondom het levenseinde. Door proactieve zorgplanning voelen patiënten en hun naasten zich goed geïnformeerd en kunnen zij tijdig hun zaken regelen.