Steeds vaker wordt er in Nederland een beroep gedaan op vrijwilligerswerk in het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. Of vrijwilligerswerk werkelijk een goede invloed heeft op de ontwikkelingskansen van de jeugd is een nog onbeantwoorde vraag. In dit artikel proberen wij een eerste begrip te krijgen van de pedagogische waarde van vrijwilligerswerk. Daarvoor hebben wij uitgebreid literatuuronderzoek gedaan binnen jeugdstudies, sociaal werk, filantropische en civil society studies. De conclusie luidt dat vrijwilligerswerk vermoedelijk geen aparte pedagogische waarde heeft, maar een aantal eigenschappen kent die van invloed lijken te zijn op de sociale relaties met kinderen en jongeren en de omgevingen waarin zij opgroeien. Doordat het contact en het handelen op vrijwillige basis plaatsvindt, lijken er eerder en meer persoonlijke en betekenisvolle relaties en omgevingen te ontstaan, die geborgenheid bieden en uitnodigen tot leren. Tegelijkertijd kent deze vrijwillige betrokkenheid ook een scherpe rand. Zowel de pedagogische deskundigheid als het pedagogische klimaat schieten nogal eens tekort met als mogelijke uitkomst dat kinderen en jongeren het risico lopen blootgesteld te worden aan onfatsoenlijk en antisociaal gedrag.