Schers HJ, Van den Hoogen HJM, Bor JHJ, Grol RPTM, Van den Bosch WJHM. Persoonlijke continuïteit: wat levert het op? Huisarts Wet 2005;48(6):276-9.
Achtergrond Persoonlijke continuïteit wordt van oudsher beschouwd als een kernwaarde van de huisartsgeneeskunde. Met alle veranderingen binnen de gezondheidszorg is het de vraag wat persoonlijke continuïteit nog waard is. We onderzochten daarom de relatie tussen persoonlijke continuïteit en het oordeel van de patiënt over het consult.
Methode Dwarsdoorsnedenonderzoek van 2152 patiënten afkomstig uit 17 huisartsenpraktijken in Oost-Nederland.
Uitkomstmaten De mate waarin patiënten in de dagelijkse praktijk een huisarts zien die zij kennen. Relatie tussen de mate van bekendheid met de huisarts, de voorkeur voor een huisarts en de tevredenheid over het consult, het vertrouwen in de huisarts, het gevoel vooruit te zijn geholpen en het oordeel over de duidelijkheid van gemaakte afspraken.
Resultaten Patiënten zagen meestal een bekende huisarts onafhankelijk van de reden van hun komst. Hoe beter patiënten de huisarts kennen die ze tijdens het consult zien, hoe positiever ze het consult achteraf beoordelen. Patiënten zijn meer tevreden, hebben meer vertrouwen in de dokter, hebben het gevoel beter vooruit te zijn geholpen en zijn van oordeel dat duidelijkere afspraken zijn gemaakt. Patiënten die vóór het consult zeggen dat het niet uitmaakt welke dokter ze zien, zijn achteraf minder positief dan patiënten die de huisarts zien van hun keuze. Patiënten die liever een andere huisarts hadden gezien, zijn nog minder positief. De mate waarin patiënten de huisarts kennen, is een belangrijke voorspeller van het oordeel over een consult.
Conclusie Persoonlijke continuïteit levert wat op. Het is de moeite waard daar rekening mee te houden en blijvend te investeren in de arts-patiëntrelatie.