Inleiding Point-of-care-tests (POCT’s) kunnen huisartsen ondersteunen bij het diagnosticeren en behandelen van patiënten met acute cardiopulmonale symptomen. Momenteel is echter nog niet bekend of het gebruik van POCT’s ook echt effect heeft op klinische uitkomsten bij deze patiënten. De auteurs gingen na of het gebruik van POCT’s door de huisarts bij patiënten met acute cardiopulmonale symptomen leidt tot nauwkeuriger diagnoses en of dit het klinisch handelen beïnvloedt.
Methoden De auteurs voerden een systematisch literatuuronderzoek uit in vier bibliografische gegevensbestanden. Twee reviewers screenden artikelen die vóór februari 2016 zijn gepubliceerd. Zij includeerden alleen onderzoeken die gaan over het effect van POCT-gebruik door de huisarts op de klinisch diagnostische waarde en op de behandeling en verwijzing van patiënten met cardiopulmonale symptomen.
Resultaten De auteurs vonden negen geschikte artikelen die gegevens beschrijven van zeven onderzoeken naar de klinisch diagnostische waarde van POCT-gebruik bij 2277 eerstelijnspatiënten met acute cardiopulmonale symptomen. Vier artikelen bevatten gegevens over het gebruik van D-dimeer-POCT door huisartsen bij longembolie (gegevens van twee onderzoeken); twee onderzoeken over troponine T en één over heart-type fatty acid-binding protein (H-FABP) bij acuut coronair syndroom; één over B-type natriuretic peptide (BNP) bij hartfalen; één over een 3-in-1-POCT (troponine T, BNP, D-dimeer) bij acuut coronair syndroom, hartfalen en/of longembolie. Slechts één onderzoek was gericht op het effect van POCT-gebruik door huisartsen op de tijdsduur tot de behandeling en één had betrekking op de verwijspercentages.
Conclusie Er is momenteel beperkt bewijs dat gebruik van POCT’s door huisartsen bij patiënten met acute cardiopulmonale symptomen leidt tot nauwkeuriger diagnoses en het klinisch handelen beïnvloedt. Enkele onderzoeken hebben veelbelovende resultaten opgeleverd, voornamelijk wanneer artsen een POCT (D-dimeren) combineren met een klinische beslisregel.