In de meeste Europese landen blijft er, ondanks vele inspanningen op dit terrein, een belangrijke sociale gezondheidsgradiënt bestaan. In België bedraagt de gezonde levensverwachting voor mannen op de leeftijd van 25 jaar achttien jaar meer voor wie een diploma hoger onderwijs/universiteit heeft in vergelijking met iemand die alleen lager onderwijs volgde. Hoewel huisartsen en eerstelijnsteams bij de aanpak van sociaal kwetsbaren soms mooie resultaten realiseren (zie casus), blijft de impact op populatieniveau moeilijk zichtbaar. Om hierin verandering te brengen, is een verschuiving van individu- en gezinsgerichte (monodisciplinaire) benadering naar een interprofessionele intersectorale populatiegerichte benadering essentieel. Hierbij wordt het perspectief van individuen en gezinnen en hun doelen op het terrein van gezondheid door de huisarts en het eerstelijnsteam samen met burgers en patiënten gerealiseerd. Het wordt aangevuld door het nemen van verantwoordelijkheid op populatieniveau, waarbij onder andere belangrijke aspecten als universele toegankelijkheid van de zorg, aanpak van sociale determinanten van ziekte en gezondheid, investeren in de veerkracht van buurten en bijdragen aan meer sociale cohesie mede op de agenda komen.