De eerste paragraaf gaat over het belang en het doel van preventie voor de gezondheid van mensen en de betekenis van de begrippen gezondheidsbescherming en -bevordering. De deelgebieden primaire, secundaire en tertiaire preventie worden vervolgens uitgelegd. De begrippen gezondheidsvoorlichting en GVO worden toegelicht. Aandacht is er voor specifieke doelgroepen met gezondheidsrisico’s, zoals jeugd, ouderen, allochtonen en mensen in een lage sociaal-economische situatie (ses). Aansluitend volgt een toelichting op mensen met weinig gezondheidsvaardigheden. Vervolgens wordt een overzicht beschreven van preventie wereldwijd (de WHO), landelijk (ministerie VWS) en preventie op lokaal gemeentelijk niveau. Hierna is er aandacht voor preventie en voorlichting door de verpleegkundige, met name in relatie met primaire, secundaire en tertiaire preventie en het belang van preventie van zorggerelateerde schade voor patiënten.
De tweede paragraaf gaat over analyse van gezondheid en ziekte, met statistisch en epidemiologisch onderzoek. Risicofactoren voor de gezondheid en gedragsdeterminanten voor een ongezonde leefstijl en gedragsmodellen, zoals het Health Believe Model worden toegelicht.
De derde paragraaf staat in het teken van preventieve interventiemethoden. Aan de hand van een model voor een planmatige opzet van interventies bestaande uit zes stappen kunnen preventieve interventies vorm krijgen.
Paragraaf 4 staat geheel in het teken van patiëntenvoorlichting (tertiaire preventie) met een beschrijving van verschillende specifieke doelen, zoals zelfmanagement, therapietrouw en coping. Tevens komen voorlichtingsmethoden aan bod, zoals motiverende gespreksvoering en psycho- educatie. Het hoofdstuk sluit af met hulpmiddelen voor patiëntenvoorlichting.