In deze beschouwing worden aanbevelingen gegeven voor de diagnostiek en behandeling van PDS-patiënten. Huisartsen kunnen PDS-patiënten op basis van de symptomen met zekerheid identificeren. Bij alarmsymptomen is aanvullend onderzoek geïndiceerd. De diagnose PDS wordt in de huisartsenpraktijk tevens bepaald door het ‘patiëntenprofiel’. De karakteristieken daarvan zijn: een frequent consultatiepatroon, een verhoogde prevalentie van somatische en psychiatrische comorbiditeit en een voorgeschiedenis met lichamelijk onverklaarde klachten. De huisarts zou de behandeling moeten starten met het onderzoeken van de perceptie en verwachtingen van de patiënt. De volgende stap is het geven van uitleg en geruststelling, waarbij de goedaardige achtergrond van het syndroom wordt uitgelegd. Leefstijlaanpassing is onderdeel van de behandeling. PDS-patiënten met functionele of psychiatrische comorbiditeit hebben mogelijk baat bij psychologische interventies of medicamenteuze behandeling.