Met behulp van de dystopie ‘Corpus Delicti’ van Juli Zeh maakt dit artikel een opstap naar onze huidige maatschappij, die op een gelijkaardige manier wordt gekenmerkt door een streven naar een ideaal. Zowel het boek als de hedendaagse westerse maatschappij keert terug naar een aristoteliaanse ethiek, die het ultieme ‘goede’ – uiteindelijk ‘geluk’ – beoogt. Via een lezing van De Kesels ‘Eros en Ethiek’ en een korte omweg langs Freuds ‘Aan gene zijde van het lustprincipe’ zien we dat er vandaag – naast het streven naar lust – een andere tendens van het lustprincipe wordt ontkend: het streven ‘aan gene zijde van lust’.
In een maatschappij die steeds minder oog en oor heeft voor het enigma van het menselijk verlangen – dat net omwille van haar structurele tekort en onmogelijkheid tot bevrediging angst inboezemt – is het de psychoanalyse die de weg aan gene zijde van ‘het goede’ en ‘het geluk’ erkent. Deze angst leidt er uiteindelijk toe dat de plaats van de psychoanalyse er steeds meer een wordt ‘aan gene zijde van’ het huidige dominante maatschappelijke vertoog.