Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2012 | wo | Boek

Psychologie en geneeskunde

Behavioural medicine

Redacteuren: Prof. dr. A.A. Kaptein, Prof. dr. J. Dekker, Mw. dr. E.M.A. Smets, Prof. dr. A.J.J.M. Vingerhoets

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Bij lichamelijke klachten en ziekten spelen gedrag en psychosociale factoren een grote rol. Uit onderzoek blijkt dat ook socioculturele en politiek-economische aspecten van invloed zijn op de gezondheid van de mens. Zo kan een derde deel van de sterfte aan kanker aan gedragsfactoren worden toegeschreven en blijken mensen uit de lagere sociale klassen meer gezondheidsklachten te ervaren. Inmiddels is het allang geen uitzondering meer dat bij de diagnostiek en behandeling van patiënten met lichamelijke aandoeningen psychologische methoden en technieken worden toegepast.

Dit boek behandelt de meest voorkomende lichamelijke klachten en ziekten vanuit het gezichtspunt van de Behavioural Medicine. Het beschrijft hoe de psychologie aan de behandeling ervan kan bijdragen. Per aandoening wordt een overzicht gegeven van symptomatologie, epidemiologie, psychologische en sociale aspecten, diagnostiek en behandeling. Nieuw in deze geheel herziene vierde editie is een hoofdstuk over eHealth. In de speciële hoofdstukken beogen compacte behandelprotocollen de lezer snel te informeren over de klinische toepassing van de behavioural medicine-benadering.

Sinds de verschijning in 1986 van 'Behavioural Medicine: psychologische behandeling van lichamelijke aandoeningen', de voorloper van deze uitgave, heeft Behavioural Medicine een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Zo goed als alle ziekenhuizen hebben tegenwoordig een afdeling Medische Psychologie. Ook medici en psychologen werken steeds nauwer samen op het terrein van zowel onderzoek als patiëntenzorg. En op verschillende Nederlandse en Belgische universiteiten worden (klinisch) gezondheidspsychologen en medisch psychologen opgeleid. Het belang van Behavioural Medicine wordt dus steeds meer onderkend.

'Psychologie en geneeskunde - Behavioural Medicine' is geschreven voor huisartsen, psychologen die als practicus of onderzoeker werkzaam zijn in de somatische gezondheidszorg, medisch specialisten, fysiotherapeuten, verpleegkundigen en studenten die een opleiding voor een van deze beroepen volgen.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1 Behavioural medicine - geneeskunde en psychologie: een introductie
Samenvatting
Het behandelen van lichamelijk zieke mensen in een behavioural medicine-kader leidt tot goede resultaten. Systematische reviews, meta-analysen, Cochrane Reviews en de hoofdstukken in dit boek onderbouwen deze uitspraak. In vrijwel elk algemeen ziekenhuis in Nederland functioneert een afdeling medische psychologie, vele huisartsen werken – al dan niet in een gezondheidscentrum – met psychologen samen en revalidatiecentra en andere derdelijnsinstellingen hebben psychologen in de behandelstaf. Aan vele universitaire medische centra is een afdeling medische psychologie verbonden, waar men zich toelegt op het behandelen van patiënten, het geven van onderwijs over behavioural medicine aan studenten geneeskunde en het doen van onderzoek op dit veld. Er zijn nationale en internationale organisaties actief op het domein van de behavioural medicine; zij publiceren in (inter)nationale tijdschriften, maken boeken en houden congressen. Kortom: de behavioural medicine is ‘alive and kicking’.
A.A. Kaptein, J. Dekker, E.M.A. Smets, A. J.J.M. Vingerhoets
2 Psychologen in de somatische gezondheidszorg
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden algemene aspecten beschreven van het werkveld psychologie en geneeskunde. Het gaat daarbij om de volgende onderdelen: met welk soort patiënten krijgt de psycholoog werkzaam in de somatische gezondheidszorg te maken? In wat voor instellingen zijn deze psychologen werkzaam? Hoeveel psychologen zijn er werkzaam in de somatische gezondheidszorg? Hoe zijn zij opgeleid en hoe wordt de psychologische hulpverlening betaald? Hoe worden patiënten verwezen naar de psycholoog? Welke ontwikkelingen zijn er gaande in de somatische gezondheidszorg?
P.H.G.M. Soons
3 Somatisatie
Samenvatting
De vraag wat er moet worden verstaan onder somatisatie is niet eenvoudig te beantwoorden, aangezien er verschillende definities van en visies op het verschijnsel somatiseren zijn. In het Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal (Geerts & Heestermans, 2010) komt ‘somatisatie’ niet voor. Wel ‘somatisering’, dat wordt omschreven als het lichamelijk uiten van psychische klachten. Voor velen zal deze omschrijving te ongenuanceerd zijn en tevens de vraag oproepen in hoeverre psychische klachten noodzakelijk zijn bij somatisering.
S. Visser
4 eHealth
Samenvatting
eHealth, opgekomen in navolging van het elektronisch bankieren en zakendoen (internetbankieren, e-commerce), kent tientallen definities, waarvan die van Eysenbach (2001, e20, p. 2) vaak wordt geciteerd: ‘E-health is an emerging field in the intersection of medical informatics, public health and business, referring to health services and information delivered or enhanced through the internet and related technologies. In a broader sense, the term characterizes not only a technical development, but also a state-of-mind, a way of thinking, an attitude, and a commitment for networked, global thinking, to improve health care locally, regionally, and worldwide by using information and communication technology.’
M.J. Sorbi, A.W.M. Evers, K.M.P. van Bastelaar
5 Ischemische hart- en vaatziekten
Samenvatting
Hart- en vaatziekten zijn, samen met kanker, de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. Een op de drie Nederlanders sterft uiteindelijk aan een vorm van hart- en vaatziekte. Onze samenleving zal door de toenemende vergrijzing en overlevingskansen steeds meer te maken krijgen met mensen die met de gevolgen van hart- en vaatziekten moeten leven: tegen 2020 zullen naar verwachting 1,3 miljoen Nederlanders lijden aan een vorm van hart- of vaatziekte (Vaartjes, Van Dis, Visseren & Bots, 2010).
M.T. Hoogwegt, A.A.J.J. Schiffer, K.G.E. Smolderen, J. Denollet
6 Kanker
Samenvatting
In Nederland wordt 30 procent van de sterfgevallen veroorzaakt door kanker. In 2008 overleden voor het eerst meer mensen aan kanker dan aan hart- en vaatziekten. Bij mannen is kanker al sinds 2005 de belangrijkste doodsoorzaak (zie www.cbs.nl). Volgens cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie werden in Nederland in 2009 ongeveer 90.000 nieuwe gevallen van kanker vastgesteld. De totale twintigjaarsprevalentie van kanker omvatte 544.000 personen; dit zijn mensen bij wie ooit kanker is vastgesteld en die nog in leven zijn.
J.B. Prins, M.F.M. Gielissen
7 Respiratoire aandoeningen
Samenvatting
Bij veel respiratoire aandoeningen spelen (interacties tussen) psychosociale en gedragsmatige factoren een grote rol bij het veroorzaken van de aandoening en het verergeren van de gevolgen ervan. In dit hoofdstuk worden de respiratoire aandoeningen beschreven waarvoor dit zeker geldt en die tevens het meest voorkomen: astma (met een focus op volwassenen), chronisch obstructief longlijden ofwel ‘chronic obstructive pumonary disease’ (COPD) en longkanker. Het meest kenmerkend voor respiratoire aandoeningen zijn kortademigheid en (aanvallen van) benauwdheid. Wat dat kan betekenen voor patiënten, werd al omstreeks het begin van onze jaartelling treffend beschreven door de beroemde filosoof Seneca in zijn Epistulae morales ad Lucilium(Hunink, 2009): ‘(…) er is een specifieke aandoening waaraan ik zogezegd ben toegewezen. Ik kan daar een Griekse naam voor gebruiken, maar waarom zou ik? “Ademnood” is hier een tamelijk geschikte aanduiding. (…) Alle lichamelijke ongemakken en gevaren heb ik wel doorlopen, maar niets lijkt mij zo bezwaarlijk als dit. Vind je het gek? Al het andere valt onder “ziek zijn”, maar dit is een “laatste adem”. Daarom spreken doktoren hier van een “oefening in sterven”. Ooit doet je ademhaling echt wat ze zo vaak heeft geprobeerd.’
M. Scharloo, M.J. Fischer, A.A. Kaptein
8 Diabetes mellitus
Samenvatting
Diabetes mellitus is de gemeenschappelijke benaming voor verschillende vormen van suikerziekte. Type-1- en type-2-diabetes zijn de meest voorkomende vormen. Het belangrijkste kenmerk van diabetes is een verstoorde werking van insuline, een hormoon dat verantwoordelijk is voor de opslag en het transport van glucose - dus energie - in het lichaam. Dit defect resulteert in een (chronisch) verhoogde glucosespiegel in het bloed ofwel hyperglykemie.
F.J. Snoek, M.H.E. Hogenelst
9 Reumatische aandoeningen
Samenvatting
De in de spreektaal voorkomende term reuma is een verzamelnaam voor meer dan tweehonderd verschillende aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat en het bindweefsel. De ernst van deze aandoeningen varieert van lichte pijn of stijfheid tot zeer invaliderende ziektebeelden. De term reumatische aandoeningen suggereert ten onrechte dat het gaat om aandoeningen met een gemeenschappelijke oorzaak en een gemeenschappelijke verschijningsvorm. Integendeel, de aard en de psychologische en sociale aspecten van deze aandoeningen zijn zeer divers. Veel patiënten met reuma hebben pijn, moeheid, beperkingen en een hoge medische en psychosociale zorgbehoefte. In dit hoofdstuk worden reumatoïde artritis, artrose en fibromyalgie besproken.
J. Dekker, F.W. Kraaimaat, R. Geenen
10 Dermatologie
Samenvatting
De huid – ons grootste en meest zichtbare orgaan – heeft naast een beschermende werking tegen invloeden van buiten een belangrijke functie als perceptie- en communicatiemiddel. De invloed van psychologische factoren op de huid in het algemeen en huidaandoeningen in het bijzonder wordt dan ook reeds lang onderkend. Zo demonstreerde Harlow (1959) bijvoorbeeld de basale functie van de huid als contactorgaan door te laten zien dat jonge aapjes bij een keuze tussen een kunstmatige moeder met of zonder mogelijkheid tot lichaamscontact een sterke voorkeur hadden voor de eerste moeder, ook indien deze geen voeding gaf. Ook vanuit psychoanalytische hoek werd in casusbeschrijvingen in de vorige eeuw regelmatig aandacht besteed aan psychologische factoren bij huidaandoeningen. De belangstelling voor deze invloeden weerspiegelt zich tevens in enkele literaire romans waarin huidziekten en de beperkingen die deze meebrengen voor het sociale leven een centrale plaats innemen (zoals Het glinsterend pantser van Simon Vestdijk; voor een overzicht zie Meulenberg, 1994).
A.W.M. Evers, S. Spillekom-van Koulil
11 Pijn
Samenvatting
Diverse vormen van pijn behoren tot de meestvoorkomende somatische klachten, zoals pijn in het bewegingsapparaat, hoofdpijn en buikpijn. Gelukkig zijn de pijnklachten niet voor iedereen even ernstig en ervaart slechts een beperkt percentage mensen beperkingen in het dagelijks leven. Bij een groep blijven de klachten aanhouden en bij een deel van de mensen met chronische pijn leiden de klachten tot beperkingen in het beroeps- en sociale leven. Vaak rapporteren zij emotionele, cognitieve en gedragsmatige problemen. Tot het klinische beeld behoren dan angst en depressie, gevoelens van irritatie, frustratie, hulpeloosheid en machteloosheid, overmatig medicatiegebruik, slechte nachtrust en een blijvende hulpvraag naar medische hulpverleners.
J.W.S. Vlaeyen, M.L. Peters, G. Crombez
12 Chronische vermoeidheid
Samenvatting
We spreken over chronische vermoeidheid als deze klacht ten minste zes maanden bestaat. Ernstige chronische vermoeidheid doet zich bij talloze chronische ziekten veelvuldig voor. Ook na succesvolle behandeling van kanker komt chronische vermoeidheid voor. Het chronischvermoeidheidssyndroom (CVS) is een aandoening, waarbij de vermoeidheid gepaard gaat met aanzienlijke beperkingen in het dagelijks functioneren, zonder dat een lichamelijke verklaring gevonden is. CVS moet niet verward worden met de chronische vermoeidheid die optreedt bij een chronische ziekte of met chronische vermoeidheid na kanker; we spreken dan niet van CVS.
G. Bleijenberg, M.F.M. Gielissen, M.M. Goedendorp, H. Knoop
13 Obesitas
Samenvatting
Sinds 2000 beschouwt de World Health Organization obesitas als een chronische ziekte, een zienswijze die in de Nederlandse richtlijnen voor obesitas is overgenomen: ‘Obesitas is een chronische ziekte waarbij een zodanige overmatige vetstapeling in het lichaam bestaat, dat dit aanleiding geeft tot gezondheidsrisico’s’ (CBO, 2008). De term is afgeleid van het Latijnse ‘obesus’ (Barnett, 2005) en is het beste te vertalen als vet of gezwollen. Obesitas heeft een hoog morbiditeits- en mortaliteitsrisico (Faeh, Braun, Tarnutzer & Bopp, 2011). Vooral jonge mensen lopen gevaar: hoe zwaarder, des te korter de levensverwachting. Bij een Body Mass Index (BMI; zie paragraaf 13.2) van 30 is het overlijdensrisico in vergelijking met een normale BMI nog nihil, maar de levensverwachting zakt met bijna twintig jaar als de BMI op die leeftijd 45 bedraagt (Fontaine, Redden, Wang, Westfall & Allison, 2003). Veelvoorkomende klachten die nauw verbonden zijn met ernstig overgewicht zijn type-2-diabetes, hypertensie, galstenen, artrose, leververvetting, jicht, menstruatiestoornissen, verminderde fertiliteit, cardio- en cerebrovasculaire complicaties, kanker, slaapapneu, longproblemen en gastro-oesofageale reflux (Seidell, De Beer & Kuipers, 2008).
P.J. Daansen, J.D. Bosch
14 Gynaecologie en obstetrie
Samenvatting
De gynaecologie (met als aandachtsgebied vrouwenziekten), obstetrie (verloskunde) en de gedragswetenschappen hebben sinds lang veel raakvlakken. Maar ook nieuwe ontwikkelingen illustreren deze verbondenheid. Momenteel zijn er in meerdere ziekenhuizen zogeheten POP-poli’s (psychiatrie, obstetrie en pediatrie), waarin gynaecologen, kinderartsen en gedragswetenschappers samenwerken, met als doel de zorg voor zwangeren met psychische en psychiatrische problematiek en voor het (ongeboren) kind te optimaliseren (De Waal, Tuerlings, De Boer, Smal & Van Waarde, 2010). Daarnaast bestaat er een multidisciplinaire Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie (WPOG), die tot doel heeft ‘een biopsychosociale attitude onder de aandacht te brengen van de hulpverleners binnen het gynaecologische en verloskundige praktijkgebied’ (Werkgroep Psychosomatiek in de de Obstetrie en Gynaecologie, 2010).
A.J.J.M. Vingerhoets, L.W.A.R. Berger
15 Erfelijkheidsadvisering
Samenvatting
Sinds doorbraken in DNA-technologie in de jaren zeventig van de vorige eeuw is in sneltreinvaart kennis verkregen over de erfelijkheid van verschillende aandoeningen. Als gevolg daarvan krijgen we steeds meer te maken met informatie over de erfelijkheid van ziekten en aandoeningen.
E.M.A Smets
16 Seksualiteit
Samenvatting
De relatie tussen chronische ziekten en seksualiteit is erg verscheiden en complex. Het is gezien deze complexiteit dan ook onmogelijk - en weinig interessant - om in dit hoofdstuk een uitputtende opsomming te maken van hoe specifieke fysieke, psychologische of psychosociale ziektesymptomen de seksualiteit van patiënten en partners kunnen beïnvloeden. In de context van chronische ziekten is het van belang om seksualiteit duidelijker te definiëren en onderscheid te maken tussen de invloed van een ziekte op het seksueel functioneren (vooral de lichamelijke reacties) en/of op de seksualiteitsbeleving (vooral de emotionele beleving van seksualiteit) (Verschuren, Enzlin, Dijkstra, Geertzen & Dekker, 2010). Een opvallende vaststelling daarbij in de klinische praktijk is dat een probleem in de lichamelijke seksuele functie niet automatisch de seksualiteitsbeleving negatief hoeft te beïnvloeden.
P. Enzlin, S. Brants
17 Lichamelijke klachten en aandoeningen bij kinderen en adolescenten
Samenvatting
De kinder- en adolescentengeneeskunde verschilt in vele opzichten van de geneeskunde bij volwassenen. Kinderen zijn in de groei, ze zijn voortdurend in ontwikkeling en dit gebeurt in samenhang met hun sociale omgeving. In de kindergeneeskunde speelt het gezin dan ook een belangrijke rol. Bij jonge kinderen geldt dat ze nog volledig afhankelijk zijn van ouders en verzorgers. Naarmate ze ouder worden, neemt die afhankelijkheid af en moeten ze zelfstandig worden. Werkt de kinderarts of kinderpsycholoog bij jonge kinderen vooral met de ouders, naarmate kinderen ouder worden verschuift dit van werken met kind en ouders naar werken met de adolescent, rekening houdend met de ouders.
M. van Kuyk, G. Sinnema
18 Ouderen
Samenvatting
De veroudering van de Nederlandse bevolking stelt de samenleving voor de opgave om de mogelijk hieruit voortvloeiende problemen op te vangen. Veel van de problemen hebben betrekking op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de oudere bevolking, en de samenhang daarvan met de inrichting van de gezondheidszorg. In dit verband betreffen twee hoofdvragen de omvang van de ziektelast in dit deel van de bevolking en de wijze waarop ouderen zich aan optredende gezondheidsproblemen aanpassen. In dit hoofdstuk worden deze vragen beantwoord voor twee centrale aspecten van de gezondheid: functionele beperkingen als maat voor de lichamelijke gezondheid, en psychische klachten als maat voor de geestelijke gezondheid. Hieraan voorafgaand wordt de ontwikkeling in de relatieve omvang van de oudere bevolking besproken.
D.J.H. Deeg, H.E. van der Horst, J. van Campen
19 Dementie
Samenvatting
Het woord dementie is afkomstig van het latijnse ‘dē-mēns’ en betekent letterlijk zonder verstand of waanzinnig.
R.-M. Dröes, F. Verhey, C. Jonker
Nawerk
Meer informatie
Titel
Psychologie en geneeskunde
Redacteuren
Prof. dr. A.A. Kaptein
Prof. dr. J. Dekker
Mw. dr. E.M.A. Smets
Prof. dr. A.J.J.M. Vingerhoets
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9890-4
Print ISBN
978-90-313-9889-8
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9890-4